ICC vonnist oud-vicepresident Bemba van Congo
DEN HAAG (ANP). De steenrijke Congolese voormalige vice-president Jean-Pierre Bemba krijgt dinsdag het vonnis te horen in de zaak die het Internationaal Strafhof (ICC) tegen hem had aangespannen. Bemba werd eerder dit jaar schuldig bevonden aan misdaden tegen de menselijkheid, omdat zijn troepen moordend en verkrachtend door de Centraal-Afrikaanse Republiek trokken.
Het is de eerste keer dat het ICC zich richt op verkrachting als oorlogswapen en de eerste keer dat iemand is veroordeeld omdat anderen onder zijn bevel misdaden pleegden.
Bemba stuurde tussen oktober 2002 en maart 2003 circa duizend strijders naar het buurland om te helpen een poging tot staatsgreep neer te slaan. Volgens zijn advocaten stonden ze in die periode niet onder direct bevel van Bemba, maar onder dat van CAR-president Ange-Félix Patasse. De ICC-rechters oordeelden echter dat hij wel degelijk de controle over zijn manschappen had en daarom strafrechtelijk verantwoordelijk is.
Bemba legde in 2003 de wapens neer en werd vice-president onder president Joseph Kabila, van wie hij drie jaar later in presidentsverkiezingen verloor. Bemba vluchtte naar België, waar hij in 2008 werd aangehouden en werd overgedragen aan het ICC.
Tijdens de behandeling van de zaak kwamen afschuwelijke getuigenissen langs, onder meer over een man, zijn vrouw, zijn dochters en kleindochter die allemaal slachtoffer werden van een groepsverkrachting door militieleden.
Het strafhof heeft in de zaak veel kritiek gekregen over de traagheid van de procedures. De zaak tegen Bemba is pas de derde sinds de oprichting van het hof waarin vonnis wordt gesproken en de feiten waarover de zaak gaat zijn inmiddels veertien jaar oud.