VS hervatten offensief in Fallujah
Na een kortstondige gevechtspauze heeft het Amerikaanse leger vrijdag zijn offensief tegen opstandelingen in de Iraakse stad Fallujah hervat. Ziekenhuisbronnen lieten weten dat het geweld in Fallujah deze week al aan zeker 450 Irakezen het leven heeft gekost. Het aantal gewonden bedroeg volgens een ziekenhuisdirecteur zeker 1000. De Amerikanen hebben sinds het begin van het offensief bijna veertig man verloren.
De Amerikanen hadden een bestand afgekondigd om een konvooi met hulpgoederen de stad in te laten, teneinde een delegatie uit de stad de gelegenheid te geven om te onderhandelen met Amerikaanse bevelvoerders en om de bevolking een kans te geven de doden te begraven. Dat laatste gebeurde in het voetbalstadion: de begraafplaatsen, aan de rand van de stad, waren niet te bereiken. De guerrillastrijders bleven echter gewoon schieten, waarna ook de Amerikanen na anderhalf uur de wapens weer opnamen.
’s Nachts hadden de Amerikanen de bevolking met luidsprekers laten weten dat vrouwen, kinderen en oude mannen de stad mochten verlaten. Overdag kwam de vluchtelingenstroom op gang. Honderden auto’s stonden in de rij om door Amerikaanse mariniers te worden gecontroleerd. Veel mannen werden teruggestuurd, omdat zij volgens de mariniers „van weerbare leeftijd” waren. Hun gezinnen weigerden in veel gevallen zonder hen te vertrekken.
De mariniers hebben ongeveer een kwart van Fallujah in handen. Na zware gevechten namen zij twee moskeeën in waarin zich soennitische schutters hadden verschanst. Mariniers zeggen in de stad explosievengordels te hebben gevonden en twee mannen te hebben gedood die zulke gordels om hadden.
In Bagdad voerden verzetsstrijders een aanval uit op een Amerikaans brandstoftransport. Volgens het Amerikaanse leger kwamen een soldaat en een Iraakse chauffeur om het leven, maar de Arabische nieuwszender Al-Jazeera sprak van negen doden. Een andere Amerikaanse soldaat kwam om bij een aanval op een militair konvooi in de buurt van Camp Cook, een legerbasis in het noorden van de Iraakse hoofdstad. Sinds het begin van de oorlog in Irak zijn zeker 643 Amerikaanse militairen om het leven gekomen.
In het zuiden van Irak namen eenheden van de door Amerikanen geleide coalitie de stad al-Kut weer in, die eerder deze week door gewapende aanhangers van de radicale anti-Amerikaanse sjiitische leider Muqtada al-Sadr onder de voet was gelopen.
Al-Kut ligt 150 kilometer ten zuidoosten van Bagdad. Oekraïense coalitie-eenheden moesten hun basis in de stad woensdag opgeven, waarna wapenopslagplaatsen in handen vielen van de rebellen. De opstandelingen zijn nog heer en meester in de stad Kufa en het centrum van Najaf. De aanwezigheid van grote aantallen sjiitische pelgrims dit weekeinde weerhoudt volgens de Amerikaanse bevelhebber, luitenant-generaal Ricardo Sanchez, de coalitie ervan om in Najaf een offensief tegen de mannen van al-Sadr te beginnen.
De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Jack Straw, noemde de situatie in Irak het moeilijkst en meest gespannen sinds het verjagen van Saddam Hussein.
In Karbala sloegen Poolse en Bulgaarse eenheden vrijdagnacht een aanval van strijders van al-Sadr op het gemeentehuis en het hoofdbureau van politie af. Aan Poolse en Bulgaarse kant vielen geen doden of gewonden. Over slachtoffers onder de aanvallers was niets bekend.
Het was vrijdag een jaar geleden dat de Amerikanen Bagdad innamen en het standbeeld van Saddam Hussein op het Firdos-plein omver werd getrokken. Er waren geen festiviteiten gepland en op het Firdosplein gold een samenscholingsverbod. Iemand slaagde erin een poster van al-Sadr aan een bronzen gedenkteken in aanbouw te hangen. Amerikaanse militairen verwijderden de poster.