Proces rond Decembermoorden in Suriname moet worden hervat
PARAMARIBO. De Surinaamse krijgsraad heeft donderdag besloten dat het proces rond de Decembermoorden van 1982 weer voortgezet moet worden.
De amnestiewet die in 2012 door het parlement werd aangenomen en waardoor het proces stil kwam te liggen, heeft de krijgsraad naast zich neergelegd omdat dit als ongewenste ”inmenging in de rechtszaak” wordt beschouwd.
Bouterse staat samen met 22 andere verdachten terecht op verdenking van het martelen en vermoorden van 15 tegenstanders van zijn toenmalige militaire regime rond 8 december 1982. Het proces begon pas eind 2007, maar anderhalf jaar nadat hij in 2010 tot president was gekozen, drukte de ex-dictator een gewijzigde amnestiewet door het parlement, waardoor de verdachten niet konden worden veroordeeld.
Volgens de Surinaamse wet moest de aangepaste amnestiewet echter door het constitutioneel hof worden getoetst. Maar dat is er niet en de regering-Bouterse heeft geen enkele aanstalten gemaakt om dat in te stellen. Volgens de president van de krijgsraad, Cynthia Valstein-Montnor, zat er daarom niets anders op om de omstreden wet zelf te toetsen en de rechtsgeldigheid daarvan in twijfel te trekken.
„Het strafproces stagneert al vier jaar doordat er een constitutioneel vraagstuk onbeantwoord is. En er zijn geen duidelijke aanwijzingen over wanneer dit instituut wel zal zijn ingesteld. De redelijke termijn waarbinnen een rechtszaak moet worden afgehandeld, is naar zowel lokale als internationale regelgeving overschreden”, aldus de president van de krijgsraad.
Op 30 juni zal de auditeur-militair, die zich lange tijd heeft verzet tegen de opheffing van de schorsing van het proces, zich moeten uitspreken of Bouterse schuldig is of niet en met een eventuele strafeis moeten komen.
De beslissing van de krijgsraad kwam voor vriend en vijand als een grote verrassing. De advocaat van Bouterse, Irwin Kanhai, noemde het „een onaangename wending”, maar weigerde aan te geven wat de vervolgstappen zullen zijn. De nabestaanden zijn vooral opgelucht.
Advocaat Hugo Essed, die de nabestaanden vertegenwoordigt, spreekt van een positieve beslissing. „Maar het is misschien nog meer een positieve beslissing voor de rechtsstaat Suriname. Eerlijkheidshalve sluiten we niet uit dat er weer nieuwe obstakels op de weg geworpen zullen worden. Dat is de harde realiteit zoals we die afgelopen vijftien jaar gekend hebben, maar wij hebben goede hoop dat de rechterlijke macht in Suriname zijn rug recht zal houden.”
Ook Sunil Oemrawsingh, voorzitter van Stichting 8 December 1982 en zelf nabestaande, verwacht dat Bouterse zich niet zal neerleggen bij het besluit en de nodige barrières zal opwerpen om berechting te voorkomen. „Zij geven zich niet gemakkelijk gewonnen.”