Dat heeft een woordvoerder van het gezin maandagochtend meegedeeld. Eind vorige week besloot de rechter dat de vier kinderen die op 16 november uit huis werden geplaatst door de Noorse kinderbescherming, weer terug moeten naar hun ouders. De terugplaatsing van de kinderen moet echter in „overleg” tussen het gezin en de kinderbescherming (Barnevernet) plaatsvinden, en wordt dus niet onmiddellijk uitgevoerd.

De woordvoerder van het gezin sprak maandagochtend van een „groot wonder” dat de kinderen weer terug mogen. „De meeste gezinnen die met de kinderbescherming te maken hebben, krijgen dat niet voor elkaar.” De jongste van de vijf kinderen, de baby, was al enkele maanden geleden thuisgekomen.

De zaak-Bodnariu kreeg internationale aandacht, omdat er vanuit de Roemeense gemeenschap in Europa en Amerika tientallen demonstraties werden georganiseerd. Het is bekend dat Roemeense politici en diplomaten ook contact met de Noorse overheid hebben gezocht om de kinderen vrij te krijgen.

De Noorse kinderbescherming staat bekend om haar proactieve optreden.

Volgens de familie is er sprake van religieuze discriminatie. „Uiteindelijk gaat het erom dat Marius en Ruth (Bodnariu, red.) christen zijn en dat niet onder stoelen of banken steken”, zei de woordvoerder maandagochtend. „Maar omdat ze dat niet kunnen zeggen, gooien ze het op kindermishandeling.”

Een woordvoerder van de politie heeft eerder tegenover deze krant bevestigd dat de ouders worden verdacht van mishandeling. De politie is al maanden bezig met een onderzoek. Aan de hand daarvan moet worden besloten of er een officiële aanklacht vanwege mishandeling volgt. Vanochtend was de politie in Naustdal niet bereikbaar, maar andere media meldden dat het politieonderzoek nog steeds doorgaat. De politie werkt echter onafhankelijk van de kinderbescherming.

Zie ook:

Noorse politie: Geweld in christelijk gezin Bodnariu
Noorwegen haalt kinderen weg vanwege „christelijke indoctrinatie”
Bakken vol kritiek op Noorse kinderbescherming
Noorse christenen: Geen sprake van religieuze discriminatie