Het parlement nam een verklaring aan die door de partijen SPD, Union en De Groenen was ingediend. Daarin wordt het doden van zo’n 1,5 miljoen Armeniërs in het toenmalige Ottomaanse Rijk als volkerenmoord aangemerkt. De slachting begon in 1915.

In Turkije ligt de kwestie uiterst gevoelig. Ankara ontkent dat er destijds sprake was van het stelselmatig uitroeien van Armeniërs. Terwijl Ankara erkent dat veel christelijke Armeniërs werden afgeslacht door de Ottomaanse troepen, spreekt het land tegen dat honderdduizenden mensen zijn gedood en dat er sprake was van een georganiseerde campagne om hen uit te roeien of dat dergelijke bevelen zijn gegeven door de Ottomaanse autoriteiten.

De verwachting is dan ook dat de uitspraak de betrekkingen tussen Duitsland en Turkije op scherp zal zetten. De Turkse president Erdogan belde eerder deze week al met de Duitse bondskanselier Merkel over de kwestie. De bondskanselier was overigens niet aanwezig bij de stemming in de Bondsdag wegens verplichtingen elders.

De motie, een initiatief van de Groenen, werd ook gesteund door conservatieve parlementariërs en de Sociaal-Democraten.

Eerdere stemmingen over de verklaring werden om diplomatieke redenen uitgesteld.

De Federatie Armeense Organisaties Nederland (FAON) is verheugd over de bijna unaniem aangenomen resolutie (628 van de 630) in de Duitse Bondsdag over de Armeense genocide. De FAON zegt in het bijzonder erkentelijk te zijn aan Cem Özdemir van de Duitse Groenen, „die ondanks zware druk en dreigementen van Turkse zijde voet bij stuk heeft gehouden”.

Een woordvoerder van de Turkse regeringspartij AKP zei dat het besluit van de Bondsdag de betrekkingen tussen Berlijn en Ankara „zwaar beschadigt”. De Turkse vicepremier Numan Kurtulmuş noemde de Duitse resolutie „een historische vergissing”.