Bejaarde Bernie Sanders houdt bewust nog even vol
NEW YORK. Winnen zal Bernie Sanders zeker niet. Maar zijn verlies toegeven wil de Democraat (nog) niet. Ondanks de achterstand op zijn rivaal Hillary Clinton boekt hij successen. Ondertussen lacht Trump in zijn vuistje. De strijd van Sanders kan hem electoraal voordeel brengen, zonder dat hij een hand behoeft uit te steken.
Ieder die kan rekenen en nuchter nadenkt, ziet in dat Sanders het moet afleggen tegen Clinton. In de race om de Democratische kandidatuur voor het Amerikaanse presidentschap heeft Clinton een forse voorsprong. Zij kan inmiddels bij de aanstaande nationale conventie, eind juli in Philadelphia, rekenen op 2305 stemmen (inclusief 537 supergelegeerden); Sanders op 1539 (onder wie 42 supergedelegeerden) Geen van beide kandidaten heeft daarmee de meerderheid. Daarvoor zijn 2383 stemmen nodig.
Het is duidelijk dat bij deze getalsverhoudingen Clinton de kandidatuur binnensleept. Mocht dat tijdens de nu nog resterende voorverkiezingen onverwacht niet lukken, dan zorgen de supergelegeerden daar wel voor. Zij zijn niet gebonden aan de uitslag van de voorverkiezingen in een bepaalde staat. De meesten van hen hebben nadrukkelijk een voorkeur voor Clinton. Sanders weet dus nu al dat hij op de conventie via de zijdeur moet verdwijnen.
Establishment
Daarmee is dan tegelijk een belangrijk pijn- en speerpunt van Sanders aangegeven. Hij keert zich scherp tegen het establishment, zowel in de staat als in de partij. Dat Hillary de kandidatuur tot op heden niet op eigen kracht in de voorverkiezingen heeft verworven en dus afhankelijk is van de stem van de partijbonzen noemt Sanders „het bewijs voor het ondemocratische karakter” van zijn partij. „De elite helpt en houdt de elite in het zadel. Er wordt niet geluisterd naar het grondvlak.” Dat is een belangrijk element van zijn verkiezingsboodschap. Wanneer hij de verkiezingen wint, dan zal hij de macht van de elite breken, zo belooft hij.
Dat hij dit ook meent, bewijst zijn recente geruzie met de voorzitter van de Democratische Partij, Debbie Wasserman Schultz. Onomwonden stelde Sanders dat zij de partij niet langer zal kunnen leiden als hijzelf de nominatie voor het presidentschap wint. Zij is volgens hem te partijdig.
Ongetwijfeld spelen bij die felle uithaal van Sanders de onrust en het gerommel tijdens de Democratische Conventie van de staat Nevada, enkele weken geleden, een rol. Volgens de aanhang van Sanders is de verkiezing op die vergadering gemanipuleerd. Er werden 58 potentiële gedelegeerden die vóór Sanders zijn, niet binnengelaten. Clinton was daarmee in het voordeel. Hét bewijs dat de partijleiding haar kant kiest.
De partijvergadering in Nevada liep uit op een rel met gescheld en vechtpartijen. De beheerder van de vergaderlocatie sloot uiteindelijk de deuren om verdere escalatie te voorkomen. De volgende dag werd het telefoonnummer van de partijvoorzitter van Nevada online gezet, waarop ze een aantal doodsbedreigingen ontving. Ook werd er graffiti gespoten op het hoofdkantoor van de partij, met leuzen als ”de democratie is vermoord”.
Deze gang van zaken versterkte het gevoel bij de Sanders-aanhang dat het establishment niet deugt. Anderzijds bevestigde het optreden van de fans van Sanders bij partijbonzen het beeld dat de vrienden van Sanders vooral onruststokers en oproerkraaiers zijn; geen mensen met wie je constructief kunt samenwerken.
Deze afkeer van de gevestigde orde is een belangrijke reden waarom Sanders mensen aan zich weet te binnen. Hij deelt dat punt overigens met de Republikeinse kandidaat Donald Trump. Die mobiliseert en kanaliseert de onvrede op rechts, Sanders doet dat op links.
Overigens is deze aversie jegens de zittende machthebbers niet de enige reden dat Sanders bij een aanzienlijke groep kiezers populair is. Zij vinden ook andere punten uit zijn program interessant. Zo wil hij gratis onderwijs voor iedereen, verhoging van het minimumloon en –tegelijk– van de belasting voor mensen met een hoog inkomen.
Deze uitgesproken linkse programmapunten zorgen er ondanks zijn leeftijd voor dat met name jongeren zich door Sanders geraakt voelen. Zij zoeken nieuwe toekomstperspectieven. Ze zijn zwaar teleurgesteld in de gevestigde orde. Die heeft er volgens de jeugd voor gezorgd dat tal van problemen uit de hand zijn gelopen: de economische crisis, de klimaatproblemen, de oplopende spanning tussen blank en niet-blank, het immigratievraagstuk. Terwijl ouderen voor deze vraagstukken geen oplossingen weten, denken ze vooral aan het rendement van hun eigen bezit. Dat falen van de ouderen en hun aandacht voor hun eigenbelang, laken deze jongeren.
Sanders belooft een kordate en adequate aanpak van de problemen. Zijn programma draagt een progressief en radicaal socialistisch karakter. Om die reden schreef een abonnee in een brief in de Washington Post dat als het Sanders tot president gekozen zou worden, het Witte Huis spontaan van kleur zou verschieten: van wit naar rood!
Opmerkelijk is dat niet alleen de jongeren zich met groot enthousiasme achter de 74-jarige Sanders scharen, maar ook dat de Democraat zelf zijn boodschap met grote gedrevenheid brengt. Zeker gezien zijn leeftijd lijkt hij over tomeloze energie te beschikken. Hij is strijdbaar en dat geeft jongeren hoop.
Toch is Sanders niet een charismatisch spreker. Hij is ook zeker niet de typische Amerikaan die prat gaat op geboekte resultaten. Hij pocht niet op zijn prestaties. Overtuigend is dat hij gaat voor zijn idealen. Dat spreekt de jongeren kennelijk aan.
Die vechtersmentaliteit is typerend voor het hele leven van Sanders. Als zoon van Pools-Joodse emigranten groeide hij op in Brooklyn, een achterstandswijk in New York. Bernie wist echter vooruit te komen door hard te werken, een duidelijke focus te kiezen en zichzelf veel te ontzeggen. Hij wilde vooruit.
Er zit van jongs af aan ook iets militants in Sanders karakter. Tijdens zijn studie aan de universiteit van Chicago sloot hij zich aan bij de burgerrechtenbeweging die streed voor gelijkberechtiging van blank en zwart. In 1964 studeerde hij af met een bachelordiploma in de politieke wetenschappen, om vervolgens enkele maanden te gaan werken in een Israëlische kibboets.
Na zijn terugkeer vestigde hij zich in het stadje Burlington (Vermont, een staat in het noordoostelijke deel van de Verenigde Staten). Daar werkte hij als timmerman, filmmaker, schrijver en onderzoeker. Met een slimme campagne wist hij daar de verkiezingen voor burgemeester te winnen van zijn zittende partijgenoot (met een verschil van tien stemmen). Het was de eerste stap in de politieke arena. In 1990 werd hij lid van het Huis van Afgevaardigden en in 2007 senator.
Tijdens zijn optreden als parlementslid vielen twee dingen op. Sanders was allereerst onafhankelijk – zo niet eigenzinnig. Bij procedurele kwesties stemde hij vrijwel altijd zoals alle andere Democraten. Over andere onderwerpen wilde hij vrij zijn om zijn eigen koers te volgen. Ten tweede is hij op ethisch terrein zijn tijd vaak ver vooruit. Hij was een van de eersten die de legalisering van het homohuwelijk bepleitten, is voor volledige liberalisering van abortus en wil euthanasie wettelijk toestaan.
Zijn voorkeur voor het socialisme maakte hem tegelijk jarenlang verdacht of gevreesd. Mede onder invloed van de kerken is er vanouds in Amerika een grote afkeer van „deze goddeloze ideologie.” Socialisme werd in het verleden veelal synoniem geacht met communisme. Dat werd gezien als een macht van de duivel, niet in het minst omdat de communisten in Oost-Europa de christenen vervolgden.
Alles wat maar enigszins naar socialisme of communisme riekt was verdacht. Om die reden werd president Roosevelt, die in de jaren dertig een nieuwe economische aanpak koos, in veel conservatieve kringen „the red man in the White House” genoemd.
Die angst voor het socialisme is er niet onder de jongere generatie. Zij lijkt meer te (gaan) voelen voor de socialistische koers. Dat kan samenhangen met het feit dat zij minder (conservatief) godsdienstig is dan de ouders. Uit recent onderzoek van het Pew Research Center blijkt dat het aantal niet-godsdienstigen bij de min-dertigers ruim 20 procent hoger ligt dan bij de dertigplussers. Dat verklaart ook voor een deel dat de bejaarde Sanders bij de jongere generaties veel populairder is dan Clinton.
Niet negeren
De kans dat Sanders presidentskandidaat wordt is uiterst klein. Toch heeft hij invloed. Juist door zijn onverwacht grote aanhang beseft het kader van Democratische Partij dat het de boodschap van ”de oude man uit Vermont” niet kan negeren.
Daarom is de partijleiding gezwicht voor de eis van Sanders dat hij mee mag praten bij het opstellen van het verkiezingsprogramma. Vijf medestanders van de grijze strijder om de kandidatuur zijn inmiddels benoemd in de programcommissie. Ook Clinton mag een vijftal mensen aandragen.
Reken maar dat Sanders zal toezien of zijn verlangens worden gehonoreerd. Reken ook maar dat de partij hem zo veel mogelijk ter wille zal zijn om herrie binnen eigen organen te voorkomen. En Hillary? Die is onder invloed van de aanhoudende populariteit van Sanders ook naar links opgeschoven. Eén ding wil iedereen voorkomen; ruzie en verdeeldheid.
De enige die daar voordeel van zal hebben is de Republikein Trump. Die geniet als de Democraten onderling verdeeld zijn. Daardoor zullen onafhankelijke kiezers mogelijk overlopen naar zijn kamp. Hoe meer de Democraten onderling ruziën, hoe liever Trump het heeft. Elke woordenstrijd binnen dat kamp doet zijn stembuskassa rinkelen.