Buitenland

Cowboys, innerlijk waren het hoogstaande mensen

Met zijn paard, lasso en hoed is de cowboy nog steeds hét symbool van de pioniers in het wilde westen. De echte Amerikaanse ridder te paard is echter verdwenen, al spelen sommige volwassenen in hun vrije tijd graag cowboytje. „Jammer dat wel het spel, maar niet de ethiek van de cowboy populair is.”

W. B. Kranendonk
21 May 2016 12:26Gewijzigd op 16 November 2020 03:41
beeld iStock
beeld iStock

Voor de hoogbejaarde George Carlin zijn de cowboyspelen in Las Vegas nog elk jaar een hoogtepunt. Ze herinneren hem aan de tijd dat hij zelf samen met zijn vader en andere cowboys de immense kudde runderen (meer dan 4000) hoedde. „Je ziet hier op zo’n cowboyfeest alleen maar de mooie kant van het cowboyleven. De ruiters tonen de toeschouwers hun kunsten. Vergeet echter niet dat ons leven destijds hard was. Je was wekenlang op zwerftocht en helemaal op jezelf aangewezen. Voortdurend dreigden er gevaren. Als er iets gebeurde, was er geen dokter, ziekenhuis of traumahelikopter in de buurt. Je moest jezelf zien te redden. Zo leerde je al heel jong hoe je zelf een wond moest hechten of een gebroken bot moest zetten en spalken. Gewoon bij een dier, zodat je wist wat je doen moest als jij of een van je kameraden zoiets overkwam. Maar het grootste probleem was misschien wel de eenzaamheid. Op de onmetelijke prairies kwam je dagenlang niemand tegen. Dat alles roep je niet even terug met zo’n cowboyfeest.”

Carlin zegt dat het eigenlijke cowboy­bestaan al voorbij was toen hij zich voor het eerst in het zadel hees. Zijn vader heeft dat nog wel gekend. Die had in het tamelijk onherbergzame Nevada nog te maken met groepen indianen die zich begin 20e eeuw niet wilden voegen naar de regels van de Amerikaanse overheid. Het roven van vee was bijvoorbeeld een risico waar de veedrijvers toen mee moesten rekenen. De voormalige cowboy herinnert zich ook nog wel dat hij en zijn makkers eind jaren dertig een kudde van bijna 2000 koeien vanuit het zuiden van Arizona moesten drijven naar de westkust, Californië, omdat daar de vleesprijzen beter waren. Een afstand van bijna 1000 mijl. „Zo’n volksverhuizing van koeien zou vandaag de dag met trailers worden gedaan.”

Wat in het leven van vader Carlin en dat van zijn zoon hetzelfde bleef, waren de verzengende hitte in de zomer (niet zelden ver boven de 40 graden Celsius) en de soms extreme koude in de winter, het risico dat een wild dier een koe te grazen nam en –vooral– het gevaar dat je paard een ongeluk overkwam. „Als dat gebeurde, was je behoorlijk onthand. We hadden altijd reservepaarden bij ons, maar voordat je die helemaal naar je hand had gezet en op ze kon vertrouwen, was je dagen verder.”

Met festivals en wedstrijden, zoals de rodeo in Las Vegas, wordt geprobeerd de herinnering aan het cowboyleven te laten voortbestaan. Want de echte veehoeders te paard leiden vandaag de dag een tamelijk gecultiveerd bestaan. Ze hebben een vaste woonplaats, waarnaar ze meerdere keren per week terugkeren. De kudden grazen op de ranch van een rijke ondernemer. Het weidegebied, soms honderden vierkante kilometers groot, is met hekken afgezet. Dus kan het vee ’s nachts alleen gelaten worden. Wat rest is de kunst van het paardrijden, het vangen van vee met een lasso en het ‘mennen’ van stieren. „Het is fascinerend om te zien, maar het is niet het echte leven zoals ik dat uit mijn jonge jaren ken.”

Romantiek

De hang naar de romantiek van het ver­leden gaat zover dat in de Verenigde Staten van oost naar west in bijna alle zuidelijke staten zogenoemde cowboykerken zijn ontstaan. Alleen al in de stad Las Vegas zijn er 12 en in heel de VS in totaal meer dan 400. De algemene baptistenbond beweert dat ruim 40.000 Amerikanen met een zekere regelmaat cowboykerkdiensten bezoeken.

„Door het houden van deze speciale diensten proberen we op een alternatieve manier mensen naar de kerk te krijgen die er anders niet zo veel zin in hebben”, zegt Coy Huffman. Hij reist in de zomer van pleisterplaats naar pleisterplaats. Daar waar cowboywedstrijden worden gehouden, probeert hij met zijn team kerkdiensten te beleggen. De bezoekers zijn meestal uitgedost in cowboykleding: grote hoeden, laarzen met lange flappen en broekriemen vol gehangen met touwen, zakmessen en vaak een (nep)revolver.

Veel cowboykerken houden maar enkele weken per jaar diensten, een beperkt aantal doet dat het hele jaar door. Opvallend is dat deze gemeenten niet op de prairies te vinden zijn, maar vooral aan de randen van stedelijke gebieden. „In het dagelijks leven zijn de bezoekers vooral nette kantoor­mensen, advocaten, ingenieurs en ambtenaren die de prairies alleen maar kennen omdat ze er met hun grote auto doorheen zijn gereden. De meesten hebben niet eens een paard.” Het blijft inderdaad een apart gezicht dat de bezoekers in cowboy­kleding voornamelijk op vier wielen naar de dienst komen. „Er is hier een scherpe scheiding tussen zondag en door de week”, grinnikt Huffman.

De dienst in een cowboygemeente wordt doorgaans geleid door een predikant in cowboykleding die, mét hoed op, een korte preek houdt. Inhoudelijk is het vooral een oppervlakkige boodschap met als kern: leef netjes zoals Jezus heeft gedaan, dan komt het goed. Als de preek bevalt of wanneer de predikant een krasse uitspraak doet, vult een rauwe kreet van instemming het kerkgebouw, dat meestal niet meer is dan een ruwhouten schuur of een tent. Het grootste deel van de dienst wordt ingevuld door het zingen van christelijke liederen op de wijs van oude countrysongs.

Huffman betwist dat de diensten er alleen maar zijn om nostalgische behoeften te bevredigen. „Er zijn mensen die op deze manier weer een band krijgen met de Bijbel en de kerk. Sommigen leggen een getuigenis af. Zij worden gedoopt.” Wanneer dat gebeurt tijdens een dienst in een cowboykerk wordt de dopeling ondergedompeld in een zinken bak zoals die gebruikt wordt om paarden te drinken te geven. „Alles in stijl”, zegt Huffman. „Het gaat erom dat mensen zich thuis voelen.”

Erfenis

James Owen is niet onder de indruk van „al die romantische nostalgie.” „Mensen gaan naar cowboyfestivals, rodeo’s en cowboykerken om even uit de dagelijkse tredmolen te stappen. Het zou beter zijn als ze de echte, intrinsieke erfenis van de cowboys zouden overnemen.”

Owen was jarenlang als consultant werkzaam in de financiële wereld. Op den duur kreeg hij daar schoon genoeg van. „De perverse mentaliteit van „Ik zorg goed voor mezelf; als het moet ten koste van mijn integriteit of ten koste van anderen”, ging me geweldig tegenstaan.” Op zoek naar vaste waarden kwam hij door studie van literatuur en vooral door verhalen van oude Texanen terecht bij de levenswijze van de cowboys. „Hun principiële manier van leven maakte diepe indruk op me. Nu de Amerikaanse samenleving volledig gedesoriënteerd is geraakt en op zoek is naar vaste waarden, zouden mensen zich eens meer moeten verdiepen in het karakter van de echte, vroegere cowboys. Al dat gedoe met hoeden, paarden en lasso’s is maar uiterlijke vorm. Het spreekt tot de verbeelding, maar in je dagelijks leven heb je daar niks aan in onze moderne samenleving. Het gaat om de innerlijke overtuiging waarmee de cowboys hun werk deden.”

Om Amerikanen bekend te maken met de waarde van het geestelijk erfgoed van de cowboys richtte Owen in de Texaanse stad Austin een onderzoekscentrum op. Van daaruit reizen hij en zijn assistenten stad en land af om lezingen te houden over de ”Code van het wilde westen.” Die naam is een vinding van Owen zelf. „Kenmerkend is dat de cowboys geen vastgelegde regels hadden. Maar als je hun levenspraktijk analyseert, kom je tot de ontdekking dat ze leefden aan de hand van vaste waarden en regels.”

Persoonlijkheden

Op het eerste gezicht leken cowboys tamelijk ongecultiveerd. „Ze dronken, ze waren grof in de mond, ze schaamden zich niet om na het eten en drinken luid te boeren. Bepaald niet de mensen die je tijdens een officieel diner als gast wilde hebben. Maar dat rauwe was buitenkant. Innerlijk waren het hoogstaande mensen; persoonlijkheden met een karakter”, zegt Owen.

Eerlijkheid en trouw stonden bij hen voorop. Voor hen gold voor alles: een man een man, een woord een woord. „Daar kunnen moderne bankiers en ondernemers nog wat van leren. Waarom hebben we tegenwoordig bij een zakelijke afspraak een contract van twintig pagina’s of meer met veel kleine lettertjes nodig om een deal vast te leggen? En dan nog zijn er mazen waar kwaadwilligen gebruik van maken. Een cowboy bezegelde een afspraak met een handdruk. En dan kwam hij die ook na. Wie zijn woord brak, was in de cowboywereld voorgoed een outcast. Dan was ook nodig. Want in de wildernis moest je voor 100 procent op elkaar aan kunnen.”

Daarnaast werd van elke cowboy verwacht moedig te zijn. „Een cowboy moest bereid zijn risico’s te nemen, net zoals bankiers en ondernemers tegenwoordig moeten doen. Aan slappelingen had men een enorme hekel. Die werden uitgestoten. Wie geen durf had, hoorde er niet bij”, zegt Owen. „Dat betekent natuurlijk niet dat cowboys geen angsten kenden. Die hadden ze soms wel degelijk. Alleen waren ze in staat die opzij te zetten als ze een klus moesten klaren. Daar mankeert het vandaag de dag bij veel mensen aan.”


De code van het wilde westen

  1. Toon altijd moed.

  2. Wees trots op je werk.

  3. Maak af waaraan je begint.

  4. Doe wat er gedaan moet worden.

  5. Wees streng, maar rechtvaardig.

  6. Houd je aan je woord.

  7. Zet je in voor je werk.

  8. Praat minder en doe meer.

  9. Bedenk dat sommige dingen niet te koop zijn.

  10. Stel je grenzen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer