Buitenland

Vechten voor een zetel in de VN-Veiligheidsraad

Op de achtergrond voert Nederland al jaren campagne voor een zetel in de VN-Veiligheidsraad. Op 28 juni wordt duidelijk welke Europese landen er voor een periode van twee jaar tussen de grootmachten mogen plaatsnemen: Italië, Zweden of Nederland.

Thijs Voets

17 May 2016 19:00Gewijzigd op 16 November 2020 03:35
Met de inzet van 600 militairen in Mali wint Nederland weer pluspunten in de strijd om de zetel in de VN-Veiligheidsraad.  beeld ANP, Evert-Jan Daniels
Met de inzet van 600 militairen in Mali wint Nederland weer pluspunten in de strijd om de zetel in de VN-Veiligheidsraad.  beeld ANP, Evert-Jan Daniels

Namens de Nederlandse regering leidde oud-diplomaat Herman Schaper de afgelopen jaren de campagne om de kansen voor Nederland te verbeteren. Hij diende als ambassadeur bij onder meer de NAVO en de Verenigde Naties. Momenteel is hij Eerste Kamerlid voor D66 en hoogleraar op de Kooijmansleerstoel aan de Universiteit Leiden.

De Veiligheidsraad is belangrijk genoeg om daar als Nederland in te willen zitten, legt Schaper uit. „Sinds het einde van de Koude Oorlog is de raad rond inter­nationale veiligheid het belangrijkste orgaan. De vijf vaste leden van de Veiligheidsraad (China, Frankrijk, Rusland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten) hebben binnen de raad altijd nog steun nodig van de tijdelijke leden om een meerderheidsbesluit te kunnen nemen. Het enige verschil is dat ze een vetorecht hebben. De besluiten van de raad zijn bindend. Rond militair optreden bijvoorbeeld is een mandaat van de raad noodzakelijk. Denk aan de antipiraterijmissie in Somalië waar Nederland aan deelneemt.

Desondanks houden we onze bescheidenheid in stand: eens in de achttien of negen­tien jaar zitten we een periode in de raad. Zo was Nederland lid in 1966-1967, 1983-1984 en 1999-2000. Tien jaar geleden hebben we ons opnieuw kandidaat gesteld. Het gebeurde weleens dat er nauwelijks strijd werd geleverd om de verdeling van de zetels: in dergelijke gevallen waren er net zo veel zetels als kandidaat-lidstaten beschikbaar. Dat is nu wel anders: de interesse voor een zetel in de Veiligheidsraad is net als het belang van het orgaan gestegen. Zelfs het kleine San Marino wil een zetel bezetten.”

Hoe groot is de concurrentie?

„Er zijn drie uitstekende kandidaten: zowel Italië, Nederland als Zweden levert serieuze bijdragen aan het in stand houden van de stabiliteit en veiligheid in de wereld. Zweden is vooral actief op het gebied van ontwikkelings­samenwerking en geeft wereldwijd het tweede hoogste percentage voor ontwikkelingssamenwerking. Dit is ongemakkelijk voor Nederland, omdat onze bijdrage aan ontwikkelingssamenwerking de laatste jaren onder de heilig geachte 0,7 procent zit. Als geluk bij een ongeluk is deze dankzij de vluchtelingencrisis weer omhooggeschoten, aangezien de uitgaven voor vluchtelingenopvang bij dit percentage worden opgeteld.

Hoe dan ook is ontwikkelingssamenwerking belangrijk in de Verenigde Naties. Niet alleen derdewereldlanden hechten hier waarde aan: vanuit historisch oogpunt is het ook voor opkomende economieën zoals Brazilië en China belangrijk dat de rijke landen solidair blijven.

Een tweede factor in de campagne is de militaire bijdrage aan de Verenigde Naties. De Italianen zijn hierin sterk. Nederland levert ongeveer 600 manschappen aan de VN, voornamelijk in Mali. Daar staat tegenover dat op dit moment zo’n 2000 Italiaanse soldaten een blauwe VN-baret dragen. Ons voordeel is dan weer dat de Nederlandse militaire aanwezigheid in Mali een schot in de roos was. Het was de eerste keer na de Joego­slavische catastrofe van de jaren 90 van de vorige eeuw dat een westers land met hoog­ontwikkelde militaire wapens aan een VN-vredesoperatie deelnam.

De meest gevoelige factor is die van de mensenrechten. Wij zetten actief in op seksuele rechten en reproductieve gezondheid. Daarbij kom al snel het heikele punt van abortus om de hoek: geen populair onderwerp in conservatieve landen. Ook het bevorderen van homorechten is belangrijk in het Nederlandse beleid. Een VN-collega in New York grapte ooit dat de Nederlandse regering zich wel erg veel met seks bezighoudt. Nederland en Zweden zijn erg aan elkaar gewaagd op het mensen­rechtenfront. Dat kan goed uitpakken voor de Italianen. Niet ieder land houdt evenveel van het opgeheven vingertje.”

Wat doet u aan dit betuttelende imago?

„Om niet als de typisch ‘Hollandse leermeester’ over te komen, benadrukken we dat we een partner willen zijn. We zenden niet alleen uit, maar proberen ook te ontvangen. Deze houding is erg belangrijk voor onze relatie met derdewereldlanden, waar het antikoloniale gevoel nog sterk leeft en waar men met respect behandeld wil worden.”

Hoe ontvankelijk zijn de ambassadeurs en premiers voor deze boodschap?

„Dat hangt natuurlijk af van de ontvanger. Belangrijk is dat je maatwerk levert. Praat je met Ethiopië, dan is het belangrijk om te weten dat voor dat land de landbouwsamenwerking van belang is. Spreek je een leider van de Pacifische eilandstaten zoals Kiribati, dan moet je weten dat voor hen de stijging van de zeespiegel even bedreigend is als voor Nederland.

Oude sentimenten spelen soms een rol. Ik bezocht de Angolese minister van Buitenlandse Zaken. Tijdens ons gesprek onderbrak hij mij om over het Nederlandse Angola Comité te beginnen. Dat comité voerde in de jaren 70 van de vorige eeuw campagne voor de Angolese onafhankelijkheid. Deze man was toen ongeveer twintig jaar oud en herinnerde zich Nederland als een antikoloniale speler. De stemming over de Veilig­heidsraad wordt dus niet alleen bepaald door harde politiek, maar ook door gevoelens.”

Er moet dus flink gelobbyd worden om de concurrentie voor te blijven. Hoeveel kans heeft Nederland?

„Net als bij een voetbalwedstrijd is ook hier een waterdichte voorspelling onmogelijk. Veel ambassadeurs zeggen eerlijk dat ze niet weten hoe hun land zal stemmen. Dat is niet verrassend, want veel landen hebben goede relaties met zowel Italië, Nederland als Zweden. In een dergelijk geval zeg je niet tegen je gesprekpartners: Jij wordt het wel en jij niet.

Landen kunnen wel een stem toezeggen aan Nederland, maar zouden hetzelfde kunnen beloven aan Italië of Zweden. Uiteindelijk is de stemming in de VN anoniem, dus blijft het spannend.”

Heeft de uitslag van het Oekraïne-referendum invloed op de kansen van Nederland?

„Tja, we zijn nu een beetje een vreemd land, hè? We hebben al eerder een paar van die vreemde momenten gehad, bijvoorbeeld toen Nederland plotseling uit Uruzgan vertrok en zei: „Succes nog jongens, wij hebben geen zin meer.” Daarop zijn we direct uit de G20 gezet, waar we een vaste gast geworden waren.

Momenteel dreigt hetzelfde te gebeuren. De mensen achter het referendum hebben verklaard dat Oekraïne zelf hun niets kan schelen. Voor hen is het een spelletje en is onze positie op het wereld­toneel niet van belang.

Op zich hebben we als kleiner land veel kansen. Via organisaties als de Europese Unie, de NAVO en het IMF kunnen we effectief onze stem laten horen. Door in het referendum deze lange neus te maken, snijden we ons enorm in de vingers.

De uitslag van dit referendum is ook een les voor de politiek. De uitslag was niet verrassend. De meeste partijen deden nauwelijks moeite om hun steun voor het akkoord uit te leggen. Toenmalig Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken Dean Acheson, de architect van het Amerikaanse Koude Oorlogbeleid, toerde naar eigen zeggen 70 procent van zijn tijd door eigen land om onder meer het Marshallplan uit te leggen. Buitenlands beleid richt zich dus ook op het binnenland.”

In Nederland is er tot nu toe weinig aandacht voor een Nederlandse zetel in de Veiligheidsraad. Hoe komt dat volgens u?

„Goede vraag. De relatie tussen bestuurders en media is soms wat problematisch. Politici hebben steeds minder zin om aan te schuiven in praatprogramma’s, omdat ze daar vaak worden neergezet als mensen die om de zaken heen draaien.

Ook voor mij is het lastig in te schatten. Minister Koenders vroeg me laatst: „Wat denk je, gaan we het halen?” Net als bij voetbal­wedstrijden vallen daar vooraf geen harde uitspraken over te doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer