VVD belaagd over integratie
De VVD in de Tweede Kamer is dinsdag zwaar onder vuur genomen vanwege haar kritiek op het rapport van de commissie-Blok. De oppositie maar ook CDA en D66 verweten fractiewoordvoerder Hirsi Ali buiten de Kamer grote woorden te hebben gebruikt zonder die in het debat te herhalen.
Bij de start van het debat met de commissie-Blok, die het integratiebeleid van de overheid onderzocht, werd VVD-kamerlid Hirsi Ali meteen herinnerd aan haar ongezouten kritiek, direct na de presentatie van het commissierapport in januari dit jaar.
Waar ze de commissie indertijd over de knie legde en het rapport waardeloos noemde, deelde ze dinsdag complimenten uit aan het adres van Blok en de zijnen. Dat kwam haar op een spervuur van kritische vragen te staan.
In eerste instantie verweerde Hirsi Ali zich met het argument dat ze van taalgebruik was veranderd. Ze zei sinds haar eerste speech in de Kamer geleerd te hebben dat ze achter het spreekgestoelte parlementaire taal moet bezigen. Daarmee liet Halsema (GroenLinks) haar echter niet wegkomen. Zij wilde weten of het VVD-kamerlid spijt had van haar eerdere uitspraken.
Dat ontkende Hirsi Ali. „We handhaven onze stelling dat de commissie de plank heeft misgeslagen, maar kiezen voor een zeer constructieve houding.”
D66-leider Dittrich hield haar voor dat de VVD het integratiebeleid al mislukt noemde voordat het rapport uit was. Volgens Hirsi Ali was het rapport achterhaald door de werkelijkheid van de verkiezingen van 6 mei 2002.
Dijsselbloem (PvdA) begreep niet waarom de VVD zo veel moeite heeft met de hoofdconclusie van de commissie-Blok dat de integratie van velen geheel of gedeeltelijk is geslaagd. „Dat staat namelijk ook in het VVD-verkiezingsprogramma.”
Volgens Hirsi Ali is de commissie onduidelijk geweest. „De formulering in het rapport miskent dat allochtonen zijn oververtegenwoordigd in de misdaadstatistieken en op het gebied van uitkeringen en werkloosheid.”
De mildere toon van de VVD was voor CDA-kamerlid Sterk aanleiding om honend te wijzen op de vroegere liberale leider Bolkestein, die volgens haar buiten de Kamer eveneens hardere taal pleegde te gebruiken dan in de Kamer zelf. Ze kwam ook met Hirsi Ali in aanvaring over de rol van de islam. Volgens het VVD-kamerlid wil het CDA ruimte laten voor de eigen identiteit en cultuur van moslims.
Sterk erkende dat haar partij geen problemen heeft met pluriformiteit. Het CDA zal echter niet toestaan dat moslims de rug naar de samenleving keren. Wel vroeg ze aandacht voor het belang van religie, „die een grote rol speelt in het leven van veel mensen.” Daarom wil het CDA de islam niet links laten liggen. „Het is de snelst groeiende godsdienst in ons land.” Ze pleitte voor het verbinden van de dialoog met Nederlandse waarden.
Het CDA-kamerlid sprak zich uit voor gemengde scholen, maar wilde niet zo ver gaan dat alle scholen verplicht worden iedere leerling aan te nemen. Als voorbeeld noemde ze een reformatorische school waarvan ze vindt dat die het recht heeft leerlingen te weigeren. „Wel moeten scholen bijdragen aan de integratie. De inspectie zou daarop moeten toezien.”
Anders dan het CDA vond SGP’ er Van der Staaij dat de overheid juist kritischer diende te zijn tegenover de islam. Hij wees op de rekrutering van jonge moslims voor de jihad, op de financiering van radicale imams vanuit Saudi-Arabië en de toename van antisemitisme onder Noord-Afrikaanse allochtonen. Volgens hem dient zich de vraag aan in hoeverre de islam past binnen onze cultuur en in ons rechtsstelsel.
Donderdag antwoordt de commissie. Over drie weken debatteert de Kamer met het kabinet over integratie.