Voor dit jaar voorzien de marktkenners een gemiddelde prijsstijging van 3,5 tot 5,5 procent. In 2017 zal voor een woning gemiddeld 5 tot 7 procent meer moeten worden neergeteld, waarmee de sterkste prijsstijging sinds 2002 wordt voorzien.

Volgens Rabobank dragen onder meer de stijgende koopkracht en de groeiende werkgelegenheid bij aan de groei van de woningmarkt. Ook blijft de rente voorlopig nog laag en zijn regels voor de aanschaf van een woning dit jaar soepeler dan in 2015.

Verder speelt volgens de kenners mee dat er relatief weinig nieuwe woningen worden opgeleverd, wat voor krapte op de markt zorgt.

De stijgende huizenprijzen zijn volgens de bank vooral gunstig voor huizenbezitters met een hypotheeklening die hoger is dan de waarde van hun woning. Een deel van hen komt boven water en krijgt daardoor meer bewegingsvrijheid. Voor starters zijn de hogere prijzen juist ongunstig. Omdat de prijzen harder stijgen dan de inkomens neemt de betaalbaarheid af.

Vooral in Amsterdam en Utrecht stijgen de huizenprijzen fors, waarmee ook de betaalbaarheid daar flink verslechtert. Huizenkopers wijken om die reden volgens de bank uit naar de omliggende regio’s.