Nieuwe manier van herdenken Holocaust: in huis erover vertellen
JERUZALEM. Jonge Israëliërs zoeken naar nieuwe manieren om de Shoah te herdenken. Sommigen nodigen overlevenden uit om over hun ervaringen te vertellen, anderen gaan bij hen op bezoek.
In Israël begint woensdagavond de herdenkingsdag van de Shoah, zoals de Holocaust in Israël gewoonlijk wordt genoemd. De officiële herdenking is in het Holocaustinstituut Yad Vashem in Jeruzalem. Daar vertellen Shoahoverlevenden hun verschrikkelijke ervaringen aan de media.
Maar jonge Israëliërs hebben niet zo veel met deze traditionele wijze van herdenken. Ze hebben de Holocaust zelf niet meegemaakt. Of ze komen uit een land waar de Shoah helemaal niet heeft plaatsgevonden.
En dus moest er iets gebeuren om de herinnering levend te houden. „Het begon allemaal zeven jaar geleden”, zegt Nadav Embon, de oprichter van Zikaron Basalon (Herdenking in de huiskamer). „We voelden ons niet verbonden met de officiële ceremoniën. Mijn vrouw vergat de herdenkingsdag bijna. Als je op school zit of militair bent, merk je het vanzelf. Maar als je aan het werk bent, is dat niet meer het geval.”
Embon nodigde veertig mensen en een Holocaustoverlevende uit in zijn huiskamer. Zij vertelde haar verhaal en vervolgens konden de aanwezigen vragen stellen of zelf vertellen over hun impressies. De een vertelde over angst voor de herdenkingsdag: het idee van de Shoah was te zwaar. Een ander zei dat de dag hem weinig zegt omdat hij in een land woonde waar de Holocaust niet doordrong.
„Dit soort gesprekken kan alleen maar in besloten kring plaatsvinden”, zegt Embon. „De mensen willen niet meer slechts de horrorverhalen horen. Het gaat ons ook om waarden. Zoals de vraag wat we kunnen leren over de heiligheid van het leven, liefde en de kracht van broederschap.”
Hij kreeg het gevoel dat er veel belangstelling bestaat voor dergelijke bijeenkomsten. Het jaar daarop organiseerde hij bijeenkomsten bij twintig mensen thuis, waar overlevenden hun verhalen vertelden. Het derde jaar waren er 200, daarna 800 en vorig jaar zelfs 3500, inclusief bijeenkomsten in het buitenland. In Jeruzalem zijn alleen al deze week 300 bijeenkomsten. Hij verwacht dat er dit jaar een half miljoen mensen zullen meedoen.
Embon heeft 200 familieleden verloren in Oost-Europa. Hij is animator van beroep, maar hij neemt elk jaar een maand rondom de Holocaustgedenkdag vrij om bijeenkomsten te organiseren.
„We hebben nu al meer huiskamers beschikbaar dan Holocaustoverlevenden die hun verhaal willen doen. We komen ook in contact met de tweede generatie, die het verhaal kan vertellen.”
De bijeenkomsten vinden nu ook plaats in gevangenissen, opvangplaatsen voor kwetsbare kinderen en vrouwen die uit de prostitutie komen. Donateurs en het Holocaustherinneringscentrum Yad Vashem sponsoren de organisatie.
De in Duitsland geboren Sarah Goodman is een van de overlevenden die hun verhaal vertellen. Haar vader werd in 1938 gearresteerd tijdens de Kristallnacht, maar haar moeder wist hem weer uit de cel te krijgen. Met veel moeite kon het gezin naar België vluchten. Haar vader zei: „We blijven als gezin bij elkaar en we gaan nooit in een land wonen onder de nazi’s.” Hij volgde de ontwikkelingen goed, en wist ze inderdaad voor te blijven.
Het gezin kwam terecht in Frankrijk, en daarna in Spanje en Portugal. De Verenigde Staten weigerden visa te verstrekken en ook Engeland hield de grens dicht. Bovendien weigerde dat land een visum te geven voor Palestina. Het enige land waar ze wel heen mochten was Cuba. Van daaruit konden ze later naar de VS. Maar in de jaren vijftig kwam Sarah Goodman naar Israël.
Ze begon haar belevenissen enkele jaren geleden op verzoek van haar schoondochter aan haar kleinkinderen te vertellen. Nu krijgt ze de ene uitnodiging na de andere. Ze komt geen luisteraars tegen die niet geïnteresseerd zijn in haar verhaal of niet van de Holocaust willen weten.
Ook andere organisaties gaan op zoek naar nieuwe manieren om de herinnering levend te houden. Het programma Connected van een stichting ten dienste van Holocaustslachtoffers brengt overlevenden in contact met vrijwilligers. Die leren hen bijvoorbeeld met computers om te gaan.
Dit project heeft twee voordelen. Het eerste is dat de ouderen bezoek krijgen en het tweede dat internet hun in staat stelt gesprekken te voeren met bijvoorbeeld familie in het buitenland.
„Het grootste probleem van de ouderdom is het alleen zijn”, vertelde Limor Livnat, de voorzitter van de stichting tegenover de Duitse krant die Jüdische Allgemeine. Meer dan 1800 personen bezoeken de overlevenden regelmatig om hen te helpen met hun werkzaamheden, met hen te gaan wandelen, hen mee te nemen naar activiteiten of om een gesprek te voeren.
Onder de vrijwilligers zijn mensen van allerlei richtingen en leeftijden vertegenwoordigd: van studenten tot politieagenten en senioren. Door het computer- en internetgebruik kunnen ze dagelijks nieuws volgen en contacten leggen met hun helpers.
Naar schatting zijn er nog 180.000 Holocaustoverlevenden in Israël.