Mijlpaal in embryonaal labonderzoek
CAMBRIDGE/NEW YORK (ANP/DPA). Britse en Amerikaanse wetenschappers hebben voor het eerst de ontwikkeling van menselijke embryo’s gedurende twee weken kunnen bestuderen in het laboratorium. De vruchten van ongeveer zeven dagen oud werden buiten de baarmoeder in kweekschaaltjes nog een week in leven gehouden. De celdeling ging gewoon door en ook de specialisatie tot verschillende weefselfuncties had geen ‘moederlijke’ invloed nodig.
Dat blijkt uit twee afzonderlijke studies, die woensdag zijn gepubliceerd in de vakbladen ‘Nature’ en ‘Nature Cell Biology’. De onderzoekers, die meer te weten wilden komen over onder meer vroege miskramen en ideeën wilden opdoen voor nieuwe stamceltherapieën, bereikten tevens de ethische grens van wat momenteel mag.
In veel landen, waaronder de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, geldt de ‘14-dagenregel’. Langer mag de ontwikkeling van een embryo niet buiten het moederlichaam worden gevolgd. Dat vraagt om heroverweging van die vaak wettelijke maatregel. De Amerikaanse deskundigen Insoo Hyun, Amy Wilkerson und Josephine Johnston drongen meteen op die discussie aan in hun commentaar op de bevindingen.
Een volgroeide baby uit de reageerbuis is volstrekt niet aan de orde. De Duitse filosoof Dieter Birnbacher, voorzitter van de nationale ethische commissie, beoordeelde de experimenten als zeer interessant omdat het tot dusver niet was gelukt het proces rond de innesteling van de bevruchte menselijke eicel in het lab te bestuderen. „We zijn nog mijlenver verwijderd van het visioen van ectogenese, ofwel de geboorte van een kind zonder dat daar een vrouw aan te pas komt.”