Buitenland

Toestand medische zorg Suriname kritiek

PARAMARIBO. Ziekenhuizen, artsen en apothekers in Suriname hebben de noodklok geluid omdat ze vanwege de financiële problemen in het land de zorg niet meer kunnen garanderen. Operaties worden uitgesteld en de voorraad medicijnen raakt op.

Armand Snijders
2 May 2016 15:10Gewijzigd op 16 November 2020 03:17
PARAMARIBO. De Surinaamse president Desi Bouterse. beeld ANP, Pieter van Maele
PARAMARIBO. De Surinaamse president Desi Bouterse. beeld ANP, Pieter van Maele

De vijf ziekenhuizen in het land hebben torenhoge schulden bij binnen- en buitenlandse leveranciers, die alleen nog willen leveren als ze contante betalingen ontvangen. „Ook bij de lokale banken staan de inrichtingen flink in het krijt”, zegt Manodj Hindori, voorzitter van de Nationale Ziekenhuisraad en directeur van het protestant christelijke St. Vincentius Ziekenhuis in Paramaribo. „Geld lenen kunnen we dus niet meer. De rek is er volledig uit.”

De ziekenhuizen zijn in de problemen gekomen doordat subsidies van de overheid niet worden betaald. Ook zorgverzekeraars komen niet over de brug, omdat zij op hun beurt eveneens geen geld ontvangen van de overheid. Sinds drie jaar hebben kinderen, bejaarden en minder­bedeelden recht op gratis medische voorzieningen, maar de nagenoeg failliete staat kan de verzekeraars hier niet voor betalen.

Voorraad van twee dagen

Volgens Antoine Brahim, directeur van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo, wordt per dag bekeken welke zorg nog geleverd kan worden. „We hebben nu een voorraad van één of twee dagen. Acute zorg wordt nog wel gegeven, maar minder urgente operaties zijn uitgesteld.” Specialisten klagen ook steen en been omdat zij niet door de noodlijdende ziekenhuizen worden betaald. Datzelfde geldt voor apotheken, die de meeste medicijnen importeren. Omdat de waarde van de Surinaamse munt het afgelopen halfjaar met ruim 60 procent is gedaald, kunnen ze nog maar nauwelijks inkopen.

De regering van president Desi Boutserse heeft inmiddels erkend dat Suriname aan de rand van de financiële afgrond staat. Met onder meer het Internationaal Monetair Fonds en de Islamitische ontwikkelingsbank zijn afspraken gemaakt om de komende jaren meer dan 2 miljard euro te lenen in een poging het land uit het slop te halen. Volgens Brahim zal dat weleens te laat kunnen zijn. „Er moet nu iets gebeuren, anders vallen er slachtoffers.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer