Zaak coffeeshop Checkpoint moet over
DEN HAAG (ANP). De strafzaak in hoger beroep tegen de eigenaar van voormalig coffeeshop Checkpoint in Terneuzen, Meddie W., moet over worden gedaan. Volgens de Hoge Raad heeft het gerechtshof in Amsterdam het Openbaar Ministerie in deze zaak onterecht niet-ontvankelijk verklaard.
Checkpoint was de grootste coffeeshop van Nederland. W. moest terechtstaan omdat Checkpoint volgens het OM meer softdrugs in voorraad had, dan werd gedoogd. Dagelijks kwamen er 2000 tot 3000 klanten. De meesten kwamen uit Frankrijk en België.
Het plaatselijk bestuur gedoogde Checkpoint jarenlang met medeweten van het OM. Daardoor kon het uitgroeien tot de grootste coffeeshop van het land. Het bedrijf had uiteindelijk negentig medewerkers in dienst en draaide een miljoenenomzet.
Het hof in Amsterdam heeft het besluit om het OM niet-ontvankelijk te verklaren onvoldoende gemotiveerd, vindt de Hoge Raad. Het gerechtshof in Den Bosch moet de zaak nu opnieuw behandelen.
Het hof in Amsterdam concludeerde dat Checkpoint zich aan de gedoogvoorwaarden had gehouden. Het vond daarom dat het OM W. niet kon vervolgen voor de verkoop.
Het OM heeft volgehouden dat Checkpoint een criminele organisatie was. Ook voor deze beschuldiging werd het OM niet-ontvankelijk verklaard. Het hof: „Dan zou iedere coffeeshop een criminele organisatie zijn.”
Dat er geen andere criminele organisatie bij de aanvoer van hasj en hennep aan Checkpoint betrokken bleek te zijn, wil volgens de Hoge Raad niet zeggen dat de coffeeshop niet zelf als criminele organisatie kon worden gezien. W. mocht dus ook worden vervolgd voor deelname aan een criminele organisatie.