Turkse consulaat Rotterdam onder vuur om oproep
ROTTERDAM. Het Turkse consulaat in Rotterdam veroorzaakte gisteren veel commotie door Turkse organisaties in Nederland op te roepen beledigingen aan het adres van de Turkse president Erdogan te melden. De boodschap is inmiddels afgezwakt, maar alle kou is daarmee nog niet uit de lucht.
„Onze medewerker die het bericht heeft geschreven bedoelde het goed, maar heeft ongelukkig geformuleerd”, zo verdedigde het consulaat zich later, aldus een vertaling op de website van de Turks-Nederlandse krant Zaman Vandaag. Het consulaat zou alleen meer willen weten over „denigrerende, laatdunkende, haatdragende en lasterlijke berichten over en haatcampagnes tegen onze president, het Turkse volk en de Turkse gemeenschap in Nederland.”
De oproep om beledigingen te melden, veroorzaakte enorme commotie in Nederland. De Nederlandse ambassade in de Turkse hoofdstad Ankara gaat om opheldering vragen, kondigde minister van Buitenlandse Zaken Koenders gisteren al aan. Hij noemde de oproep in ieder geval „geen goede zaak.” Premier Rutte zei het „vreemd” te vinden en is „verbaasd.”
Bij Turkse Nederlanders ontstond gisteren veel onrust. De Nederlandse afdeling van de Turkse oppositiepartij CHP kreeg telefoontjes van bezorgde mensen die zeggen bang te zijn omdat ze in het verleden op iets kritisch hebben gereageerd op bijvoorbeeld Facebook of Twitter.
Ongeloofwaardig
SP-Kamerlid Karabulut gelooft niet erg in het verweer van het consulaat. Ook Lily Sprangers, tot eind vorig jaar directeur van het toen opgeheven Turkije Instituut in Leiden, is kritisch. „Waarschijnlijk zijn ze enorm geschrokken van alle commotie die is losgebarsten. Zowel de Nederlandse overheid als veel Turkse Nederlanders hebben duidelijk gemaakt dat met de oproep echt een grens is overschreden. Waarschijnlijk is toen iemand in Ankara heel hard gaan nadenken hoe de schade zo veel mogelijk beperkt kon worden gehouden.”
Dat iemand ongelukkig heeft geformuleerd, zoals het consulaat zegt, gelooft ze niet. „Normaal gesproken worden dergelijke mails pas verstuurd als er heel goed naar is gekeken.”
„Het consulaat probeert zijn fout goed te maken”, oordeelt ook Mehmet Cerit, hoofdredacteur van Zaman Vandaag. „Het verweer is zeer ongeloofwaardig.”
Cerit denkt dat het consulaat al bezig is mensen te registreren die zich kritisch uitlaten over Erdogan. Het gevolg kan volgens hem zijn dat mensen op deze lijst Turkije niet meer in mogen omdat ze „staatsgevaarlijk” zijn.
De hoofdredacteur verwacht dat de Turkse ambassadeur zijn excuses zal aanbieden en dat daarmee de kous af is. „Je zult het kabinet er niet over horen dat in Turkije zo’n 2000 mensen worden vervolgd vanwege het zogenaamd beledigen van Erdogan. We toleren in Nederland geen inmenging van Ankara, maar in eigen land mag de president zijn gang gaan. We hebben Erdogan veel te hard nodig. Wij willen een einde aan de vluchtelingenstroom. Het enige wat ons écht interesseert.”