Kean en Hamilton zijn respectievelijk voorzitter en vicevoorzitter van de commissie die de omstandigheden rond de septemberaanslagen onderzoekt. Zij wezen onder meer op het gebrek aan samenwerking tussen verschillende diensten, zoals de federale recherchedienst FBI en de inlichtingendienst CIA. Beiden benadrukten dat zij zich niet uitsluitend concentreerden op beleidsfouten die zijn gemaakt door de regeringBush, maar dat zij ook onderzoeken wat er al is misgegaan tijdens het bewind van Bush’ voorganger Bill Clinton.

De mening van Kean en Hamilton werd fervent bestreden door Karen Hughes, mediaadviseur van president Bush en een van diens naaste medewerkers in zijn herverkiezingscampagne. Als men in de Clintonjaren of in de eerste maanden van het bewind van president Bush ook maar de geringste aanwijzing had gehad voor dergelijk naderend onheil, zouden alle maatregelen zijn genomen om dat te voorkomen”, aldus Hughes in hetzelfde NBCprogramma.

Komende donderdag verschijnt president Bush’ nationaleveiligheidsadviseur Condoleezza Rice voor de 11septembercommissie. Die wil van haar weten waarom haar openbare verklaringen over het antiterreurbeleid van de regeringBush in de maanden voor de septemberaanslagen zo sterk verschillen van die van voormalig antiterreurcoördinator Richard Clarke, die zegt dat de terreurdreiging door de regering werd onderschat. Dat is ernstige kritiek voor een Republikeinse president die zijn (vermeende) successen in de strijd tegen het terrorisme tot een van de hoekstenen van zijn herverkiezingscampagne maakt.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat een aantal naaste medewerkers van Bush, onder wie mevrouw Rice, in de afgelopen dagen de geloofwaardigheid van Clarke probeerden te ondermijnen. Daarbij werd er onder meer voor gepleit Clarkes vroegere verklaringen onder ede voor het parlement vrij te geven om die te kunnen vergelijken met wat Clarke vorige week tegenover de commissie zei. In het ABCprogramma This Week zei de Republikeinse voorzitter van de commissie buitenland van de Senaat, Richard Lugar, zondag dat hij geen verschillen kon ontdekken in Clarkes getuigenissen. Gevraagd naar wat hij dacht van de campagne om Clarkes geloofwaardigheid onderuit te halen, antwoordde Lugar: Daar doe ik niet aan mee.”