Buitenland

„Israël sloopt ongekend veel gebouwen Westoever”

JERUZALEM. Het Israëlische militaire burgerbestuur op de Westelijke Jordaanoever heeft in 2016 al meer Palestijnse gebouwen gesloopt dan in heel 2015.

Alfred Muller
11 April 2016 10:17Gewijzigd op 16 November 2020 02:47
RAMALLAH. Een Palestijn op de Westoever doet zijn beklag bij journalisten. beeld Alfred Muller
RAMALLAH. Een Palestijn op de Westoever doet zijn beklag bij journalisten. beeld Alfred Muller

Dat blijkt uit cijfers die vrijdag gepubliceerd werden door het Bureau voor Coördinatie van Humanitaire Zaken in Bezet Palestijns Gebied van de Verenigde Naties (OCHA).

De Israëlische autoriteiten hebben dit jaar 539 objecten afgebroken, terwijl er in 2015 453 bouwwerken tegen de grond gingen. Door de sloop zijn dit jaar 804 Palestijnen hun onderkomen kwijtgeraakt, tegenover 580 in 2015.

De constructies betreffen niet alleen huizen, maar ook schu-
ren, stallen en andere gebou-
wen. Het Israëlische burger­bestuur zegt dat deze zonder vergunning zijn gebouwd. Palestijnen werpen tegen dat het vrijwel onmogelijk is vergunningen te krijgen.

Het afbreken gebeurde in de zogeheten c-gebieden van de Westelijke Jordaanoever. Deze vormen 62 procent van de Westoever en worden door Israël bestuurd.

Het OCHA meldt ook dat op 7 april het Israëlische burgerbestuur verwoestingen heeft uitgevoerd op diverse plaatsen op de Westoever. Daaronder waren vijf bedoeïenengemeenschappen ten oosten van Jeruzalem die in een gebied liggen waar Israël plannen heeft voor de bouw van nederzetting E1. Andere verwoestingen vonden plaats in Khirbet Tana in de buurt van Nabloes. Veel van de bewuste bouwwerken waren betaald door donoren.

Volgens het OCHA betreft het de vierde verwoesting in Khirbet Tana dit jaar. Het leger stelt dat het dorpje in een militaire zone ligt. Het OCHA zegt echter dat 18 procent van de Westoever afgesloten is omdat het een militaire zone betreft. In bijna 80 procent daarvan vinden geen militaire activiteiten plaats.

Robert Piper, een VN-assistent-secretaris-generaal en van het hoofd humanitaire zaken van de Palestijnse gebieden, lichtte vorige week in Brussel EU-functionarissen in over de verwoestingen. „De EU moet nadenken over haar strategie en over haar respons”, vertelde Piper aan het persbureau Reuters. „Dit kan niet worden genegeerd. Het gaat hier om provocatie.”

Piper zei dat in de 140 verwoeste projecten van donoren de EU meer dan 200.000 euro heeft geïnvesteerd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer