De woonkerk van Barsingerhorn
Wat ooit de kerkenraadskamer was, is nu keuken. Waar gepreekt en vermaand werd, staat nu een immense open haard. En waar het orgel werd bespeeld, slaapt nu de eigenaar van de woonkerk, Bob Visser.

Aan de Heerenweg in het Noord-Hollandse dorp Barsingerhorn (in de luwte van Schagen) bevindt zich de voormalige doopsgezinde vermaning. Bij de voordeur staat, midden in een strakke kerktuin vol buxushagen, een bord ”Te koop”. Belangstelling is er genoeg, de prijs is vaak een bezwaar. Die wordt uitsluitend op aanvraag genoemd.
Visser (49) doet aan de achterzijde de consistoriedeur open. In de keuken hangt een crucifix boven de kachel. Een deur links geeft toegang tot de voormalige kerkruimte. Daar liggen grote, zwarte tegels van Belgisch hardsteen op de vloer. De wanden zijn hagelwit geschilderd. In de beide zijgevels laten twee hoge ramen het vroege voorjaarslicht naar binnen.
De vuurkamer
In het kerkschip staat een enorme tafel van tropisch hardhout met zes stoelen. Rond de open haard („de vuurkamer” heet dit) is de zitruimte. De vloer bestaat hier uit oude, hergebruikte grafzerken uit de negentiende eeuw. Een brede trap voert naar ronde galerijen in het kerkschip.
Boven bevinden zich nog twee grote ruimtes. Waar ooit het Flaesorgel stond (dat is verhuisd naar de vermaning in Schagen) heeft Visser zijn slaapkamer met een sanitaire ruimte: „Het is hier fantastisch wakker worden.” Aan de andere zijde, boven vuurkamer, heeft hij zijn werkplek geïnstalleerd: „Dit is een ruimte die iedere dag inspireert.”
De kerk dateert uit 1862. In 1977 was de vermaning in Barsingerhorn echter overbodig geworden. Er waren te weinig broeders en zusters meer om de gemeente in stand te houden. De doopsgezinde gemeente van Barsingerhorn werd samengevoegd met enkele andere in de regio. Gaandeweg verviel de vermaning aan de Heerenweg tot een bouwval. De vraag rees: Wordt het gebouw afgebroken of verkocht?
Rond 1978 kocht de Nederlandse kunstschilder Willem J. H. Thijs (1932) de kerk voor ongeveer 300.000 gulden. Zo goed en zo kwaad als het ging, knapte hij de buitenkant van het bedehuis op. De volgende bewoners, de ondernemersfamilie H. Spaansen, maakten van de binnenkant weer iets moois. En de huidige eigenaar, Bob Visser, maakte er, geheel in stijl, zijn eigen woon- en werkhuis van. Het is werkelijk een pláátje.
Rentmeester
Nu staat het gebouw opnieuw te koop. Visser verkoopt het alleen aan iemand die ervan wil houden. „Als je hier woont, moet je wel rentmeester zijn van zo’n monumentaal gebouw. Het is financieel gewoon duur om in een monument te wonen. Alles is gerestaureerd en staat er tiptop bij, maar het onderhoud is wel iets anders dan dat van een rijtjeswoning in een nieuwbouwwijk. Een object als deze kerk kan, als je er niet goed voor zorgt, zomaar weer een bouwval worden. En dat mag niet gebeuren.”
En stoken is ook best duur. „Vroeger werd zo’n gebouw opgewarmd door de kerkgangers. Nu moet je het zelf doen. Er zit wel vloerverwarming in, maar je krijgt het hier toch nooit 20 graden. Met 18 graden houdt het in de winter wel op.”
Moerbekerpolder
Ooit hoorde er bij deze vermaning nog een statige pastorie, maar die is langgeleden in rook opgegaan. En een begraafplaats is er nooit geweest.
Aan de achterkant ligt de tuin, met uitzicht op een West-Fries weidelandschap dat de Moerbekerpolder heet. Aan een sloot staat, zo’n 10 meter verderop, een reiger roerloos aan de waterkant.
Doperse kerkbouw
De doopsgezinde vermaning van Barsingerhorn (Heerenweg 48) is een goed voorbeeld van negentiende-eeuwse doperse kerkbouw. De kerk is aangewezen als provinciaal monument. Daarom financiert de provincie Noord-Holland de helft van de specifieke onderhoudskosten. De buitenzijde is van historisch belang en staat onder toezicht van de provincie.
Het pand wordt te koop aangeboden als woon- en werkomgeving, als locatie voor dubbele bewoning, als mantelzorgwoning of muziekstudio.
De kerk werd in 1862 gebouwd als waterstaatskerk –in opdracht van en gefinancierd door Rijkswaterstaat.