Genscher was het Duitse gezicht in buitenland
RIJSWIJK (ANP). Hans Dietrich Genscher was bijna twee decennia het gezicht van de buitenlandse politiek van Duitsland, in de laatste fase van de Koude Oorlog en tijdens de Duitse hereniging. Hij gold als een van de invloedrijkste Duitse bewindslieden na de Tweede Wereldoorlog in de internationale politiek. Genscher speelde, in de schaduw van de supermachten Verenigde Staten en Sovjet-Unie, als minister van Buitenlandse Zaken een belangrijke rol in Europa. Hij stapte in mei 1992, kort na zijn 65e verjaardag op.
Helemaal uit het zicht verdween het prominente lid van de liberale FDP niet. Hij bleef erevoorzitter van toen de derde partij in de Bondsrepubliek. Ook daarbuiten trad hij nog wel op. In 2001 bemiddelde hij met succes in een cao-conflict bij luchtvaartmaatschappij Lufthansa.
Genscher groeide op in Halle, een stad die na de oorlog in de DDR lag en vanwaar hij in 1952 naar West-Duitsland vluchtte. Kort voor de val van de Muur in november 1989 verkondigde hij aan DDR-vluchtelingen in de Duitse ambassade in Praag dat zij naar de Bondsrepubliek mochten. Het vormde de opmaat tot de hereniging van beide Duitslanden.
Genscher kwam in 1965 in de Bondsdag en werd vier jaar later al minister van Binnenlandse Zaken in de coalitie van FDP en de SPD, onder Willy Brandt. Vijf jaar later stapte hij over naar Buitenlandse Zaken, een post die hij achttien jaar bekleedde. In 1982 maakte zijn partij een einde aan de samenwerking met de SPD en ging met de christen-democraten van Kohl verder. Genscher bleef aan.
Was er in Duitsland nauwelijks kritiek op zijn beleid, in het buitenland was de lof niet zo unaniem. Vooral het besluit van (toen nog) Bonn zich in 1991 te scharen achter het onafhankelijkheidsstreven van de Joegoslavische republieken, wordt door sommigen gezien als een grote blunder. Door deze Duitse stap, tegen de wil van de VS en de rest van Europa in, werd het Balkanconflict onoplosbaar. De burgeroorlog in het vroegere Joegoslavië zou duizenden mensen het leven kosten.