Genscher was achttien jaar lang minister van Buitenlandse Zaken, van 1974 tot 1992. In dezelfde periode leidde hij de liberale partij FDP. Hij werkte onder andere mee aan de onderhandelingen over de Duitse eenwording. Hij gold in Duitsland als een van de meest geliefde politici, die kenmerkend altijd een gele pullover droeg.

In een eerste reactie noemde de Duitse regering Genscher een groot staatsman. Volgens een woordvoerder beïnvloedde Genscher als weinig anderen de geschiedenis van Duitsland. Hij noemde hem een groot Europeaan en een groot Duitser.

De Duitse bondspresident Joachim Gauck eerde Genscher als markante persoonlijkheid. „Met zijn betrouwbaarheid en diplomatieke vaardigheden heeft Hans-Dietrich Genscher ons land in de wereld een gezicht gegeven en het vertrouwen bij onze partners versterkt”, schreef Gauck in een condoleancebrief aan Genschers vrouw Barbara. Bondskanselier Angela Merkel (CDU) zei in een verklaring: „Ik buig in respect voor deze grote liberale patriot en Europeaan.”

FDP-voorzitter Christian Lindner prees Genscher als de „architect van de Duitse eenheid”. Voor zijn liberale partij was „hij een vaderlijke vriend die ons tot het laatst met raad en daad terzijde stond”. Lindner noemde het persoonlijk „diep triest dat we na Guido Westerwelle een tweede grote persoonlijkheid verliezen”. De voormalige minister van Buitenlandse Zaken en FDP-leider Westerwelle overleed op 18 maart op 54-jarige leeftijd aan kanker.

Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie is „diep getroffen”. „Europa was voor Genscher van enorme waarde. Zijn erfenis is tegelijkertijd onze opdracht: om verder te blijven werken aan vrede en welvaart in Europa.” Voorzitter van het Europees Parlement Martin Schulz noemde Genscher „een overtuigd Europeaan, die zeer belangrijk was voor de hereniging van Duitsland en de Europese integratie”.