De Republikeinse gouverneur Gary Herbert heeft maandag zijn handtekening gezet onder een wet die deze pijnstilling verplicht stelt. Daarmee is Utah de enige Amerikaanse staat geworden waar dat verplicht is. In Montana werd een vergelijkbaar wetsvoorstel vorig jaar wel door het parlement aangenomen, maar vervolgens geblokkeerd door een veto van de Democratische gouverneur Steve Bullock.

De verplichte pijnstilling geldt niet wanneer de abortus plaatsvindt om het leven van de vrouw te redden of wanneer het ongeboren kind een zo ernstige afwijking heeft dat het buiten de baarmoeder niet kan leven.

De indiener van het wetsvoorstel, Curt Bramble, Republikeins lid van de Senaat van Utah, had abortus vanaf de twintigste zwangerschapsweek graag helemaal verboden willen zien, maar paste zijn voorstel aan nadat juristen hem hadden gewaarschuwd dat zo’n totaalverbod waarschijnlijk in strijd zou zijn met de grondwet.

In Utah zijn abortussen toegestaan tot het moment waarop het ongeboren kind geacht wordt buiten de baarmoeder te kunnen overleven. In de praktijk wordt daarvoor een zwangerschapsduur van 22 tot 24 weken aangehouden.

De wet die pijnstilling verplicht stelt, is gebaseerd op de veronderstelling dat met twintig weken een ongeboren kind in staat is pijn te voelen. Over de vraag of dat zo is, zijn de meningen verdeeld. Pro-choiceactivisten weerspreken het, of trekken het in twijfel. Bramble echter acht het bewezen, en hij staat daarin niet alleen. Inmiddels hebben twaalf staten maatregelen genomen die ongeboren kinderen tegen pijn moeten beschermen. In twee staten wordt tegen deze bescherming actie gevoerd.

Tot dusver konden vrouwen die een abortus ondergingen nog kiezen of ze pijnstilling voor het ongeboren kind wilden of niet. Onder de nieuwe wet is die keuzemogelijkheid vervallen.