Geen van de bendeleden overleefde het vuurgevecht. Het ministerie noemde in een verklaring vier namen van gedode bendeleden. Na de confrontatie vonden de agenten spullen van de vermoorde Italiaan, waaronder een tas, zijn paspoort, portefeuille en een „donkere substantie die op hasj leek”.

Slachtoffer Regeni deed in Egypte onderzoek naar de opkomst van onafhankelijke vakbonden. Hij verdween eind januari spoorloos. Zijn lichaam werd twee weken later in een sloot gevonden en vertoonde sporen van marteling. Critici van het Egyptische regime wezen daarop met een beschuldigende vinger naar de veiligheidsdiensten. De Egyptische regering ontkende iedere betrokkenheid.

Uit autopsie bleek eerder dat het slachtoffer een week lang toegetakeld moet zijn voordat hij werd vermoord.