Steen des aanstoots
De film ”The Passion of the Christ” is donderdag in Nederland in première gegaan. Over deze verfilming van het lijden van de Heere Jezus is de laatste weken veel te doen geweest. Bioscopen rekenen op hoge bezoekersaantallen. Een aantal kerken en christelijke organisaties ziet de film als een goed evangelisatiemiddel; voor anderen is hij een steen des aanstoots.Een grote groep orthodoxe christenen wijst The Passion af. Zij maakt ernstig bezwaar tegen het naspelen van het unieke lijden van de Zoon van God, Die mens werd om de straf op de zonde voor Zijn volk te dragen. Deze bezwaarden vinden het onmogelijk dat een mens in de rol van God aanneemt. Terecht. Het getuigt van grenzeloze overmoed en het is blasfemisch als een nietig schepsel dat poogt te doen. Daarom geeft de film binnen orthodox-christelijke kring veel aanstoot.
Weinig is in de discussie van de achterliggende weken benadrukt hoezeer de film het zicht op het lijden en sterven van de Heiland vertroebelt. The Passion geeft een beeld van de lijdensgang. Maar dat is niet hét beeld, het is slechts de interpretatie van filmmaker Mel Gibson.
Zij die deze film gezien hebben, zullen nadien bij het luisteren naar of het lezen van het lijdensevangelie onmiskenbaar merken dat beelden uit de film zich ongewild aan hen opdringen, hetgeen het onbevangen luisteren hindert.
Gibson tekent de Heere Jezus als een martelaar die ondragelijk moest lijden. Daarmee gaat hij voorbij aan het meest essentiële van Christus’ kruisgang: het werk der verzoening dat Hij vrijwillig op Zich nam. De lijdensweg die Gibson met zware accenten van bloed en geweld schetst, roept bij de kijker medelijden en deernis op. Maar daarmee rekende de Heere Jezus tijdens Zijn tocht naar het kruis Zelf al af toen Hij de wenende vrouwen bestrafte vanwege hun tranen over Hem. Gibson stuurt de bioscoopganger in de richting van de wenende vrouwen, en zo wordt de film een hindernis bij het verstaan van de Schrift en geeft hij aanstoot.
Ook buiten orthodox-christelijke kring leven bezwaren. En niet alleen bij Joodse groepen, die bezorgd zijn dat The Passion het antisemitisme aanwakkert. Filmrecensenten van (vak)tijdschriften hekelen de orgie van geweld, sadisme en haat. „Kijkers zonder ruime voorkennis (…) zullen de zaal verlaten zonder inzicht in de betekenis van Jezus. Zelfs voor eigen parochie is de film te arm aan inhoud. Alles wordt weggevaagd door een zee van bloed”, schreef een filmcriticus.
Een ander acht het onbegrijpelijk dat „christenen die anders bij elke film waar meer dan één schot valt, bezwaar maken”, nu al dit geweld accepteren „voor het goede doel.” The Passion is dus ook voor de wereld een steen des aanstoots.
Inmiddels heeft de commotie rond de film geleid tot een nieuw onderwerp voor opinieleiders. Tv-presentator Paul Witteman heeft naar aanleiding van The Passion de vraag opgeworpen of het wel verantwoord is dat jonge kinderen op school of in de kerk het lijdensverhaal wordt verteld. Hij noemt dat indoctrinatie van de tere kinderziel.
Wanneer Witteman bijval krijgt, zijn we nog verder van huis dan we al zijn met de vertoning van The Passion. Bij de film gaat het om de interpretatie van Mel Gibson van het lijdensverhaal. De kritiek van Witteman richt zich op het bijbelwoord waarin de Heere Zelf bekendmaakt hoe Hij verzoening heeft aangebracht voor verloren zondaren. Witteman richt zijn pijlen op het hart van het Evangelie.
Paulus zei dat het Evangelie van het kruis de Jood een ergernis en de Griek een dwaasheid was. Voor de moderne mens is het een steen des aanstoots geworden, waar de tere kinderziel zich niet aan mag bezeren. En dat standpunt is nog ernstiger dan de vertoning van de afschuwelijke film van Gibson.