Het Britse wetsvoorstel voorziet in een geregistreerd partnerschap voor homoparen. Dat geeft homo’s en lesbiennes onder meer het recht het huis van hun partner te erven, gebruik te maken van de uitkerings- en pensioenvoorzieningen van hun partner en de mogelijkheid om medevoogdij te krijgen over de kinderen van hun wederhelft.

In verschillende landen in Europa kunnen homoparen een geregistreerd partnerschap aangaan. In Nederland en België mogen homo’s en lesbiennes al enige tijd trouwen en in Denemarken kunnen ze zich al sinds 1989 als partners laten registreren. De andere Scandinavische landen, Frankrijk en Duitsland staan ook geregistreerde partnerschappen toe.

Organisaties voor homorechten in Groot-Brittannië reageerden over het algemeen enthousiast op het wetsvoorstel. Sommigen bekritiseerden het echter omdat het nog steeds onderscheid maakt tussen homo- en heteroparen. Volgens hen zouden homoparen ook het recht om te trouwen en heteroparen het recht op een geregistreerd partnerschap moeten krijgen.

De Britse regering benadrukt dat het niet gaat om een volledig huwelijk, maar volgens woordvoerder Mike Judge van The Christian Institute is dit slechts een woordenspel. „Wij zijn tegen dit voorstel omdat het de waarde van het huwelijk naar beneden haalt door alle wettelijke voorrechten van het huwelijk weg te geven”, aldus Judge.

De Conservatieve Partij in Groot-Brittannië was tot voor kort geen voorstander van uitgebreide rechten voor homoseksuelen. Sinds enkele maanden vaart de partij onder het leiderschap van Michael Howard een andere koers. Een woordvoerder van de Conservative Christian Fellowship benadrukt echter dat het een „vrije kwestie” is geworden en dat er dus geen dwang bestaat om de officiële partijlijn te volgen.