Inmiddels 4,4 miljard donorgeld voor Kabul
De tweedaagse donorconferentie voor Afghanistan die vrijdag in Berlijn is gestart, heeft op de eerste dag toezeggingen ter hoogte van 4,4 miljard dollar opgeleverd. In totaal hoopt de Afghaanse regering 22,5 miljard euro in de wacht te slepen.
Dat heeft de Afghaanse minister van Financiën, Ashraf Ghani, bekendgemaakt. Voor de komende drie jaar heeft de internationale gemeenschap 8,2 miljard dollar toegezegd. De Afghaanse president Hamid Karzai riep bij de opening van de conferentie de wereld op zijn land te blijven helpen op de weg naar welvaart en democratie.
De president zei vooral veel geld nodig te hebben om Afghanistan veiliger te maken en alle privé-legers van krijgsheren te ontmantelen. De krijgsheren zijn volgens hem verantwoordelijk voor veel geweld en voor de massale productie van drugs in Afghanistan. De helft van het Afghaanse nationale inkomen wordt gevormd door de productie en verkoop van papaver, de grondstof voor heroïne. Ook voor de vernietiging van de Afghaanse papavervelden en het scheppen van banen voor voormalige papaverboeren is geld nodig, aldus de president.
De VN-afdeling voor de bestrijding van drugs en criminaliteit (UNOCD) in Wenen zei vrijdag dat momenteel de helft van het Afghaanse nationale inkomen komt uit de productie van opium. UNOCD-baas Antionio Maria Costa zei tegen het Oostenrijkse persbureau APA dat de conferentie plaatsheeft op een moment dat de opiumproductie in Afghanistan weer toeneemt. Afghaanse boeren verdienen er ongeveer 1 miljard dollar mee en de handelaren in deze grondstof voor heroïne nog eens 1,3 miljard.
Karzai zei dat als de internationale gemeenschap Afghanistan blijft helpen, zijn land binnen tien jaar op eigen benen kan staan. Hij wees erop dat er nog een lange weg te gaan is. Volgens de president ligt het gemiddelde inkomen op 160 euro per jaar en wordt in een kwart van de Afghaanse gezinnen honger geleden. De gemiddelde levensverwachting in het land is met 42 jaar een van de laagste ter wereld.
De conferentie in Berlijn is de opvolger van de eerste conferentie voor Afghanistan, die eind 2001 werd gehouden. Daar werd Karzai benoemd als interim-president en besloten tot het stationeren van een internationale stabilisatiemacht. De conferentie van vrijdag en donderdag is vooral gericht op de economische wederopbouw.
Ondanks de oproep van Karzai zullen de aanwezige landen naar verwachting lang niet de 22,5 miljard euro doneren waarop de Afghaanse regering hoopt. Donorlanden hebben Afghanistan voor dit jaar bijna 4 miljard euro aan hulp toegezegd. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, zegde in Berlijn toe dat de Verenigde Staten nog 1 miljard dollar (800 miljoen euro) zullen doneren boven op de 1,2 miljard dollar (975 miljoen euro) die zij voor dit jaar al opzij hebben gezet. De Europese Unie stuurt 245 miljoen euro naar Afghanistan. De Duitse bondskanselier Gerhard Schröder heeft 320 miljoen euro voor de komende vier jaar toegezegd, Japan komt met 400 miljoen dollar voor de komende twee jaar over de brug. De Nederlandse minister van Ontwikkelingssamenwerking, Van Ardenne, heeft 100 miljoen euro voor drie jaar toegezegd.
In september worden in Afghanistan verkiezingen gehouden, de eerste sinds het Taliban-bewind in 2001 door de Amerikanen en hun bondgenoten ten val werd gebracht. De verkiezingen zouden aanvankelijk in juni worden gehouden, maar zijn uitgesteld om de Verenigde Naties meer voorbereidingstijd te geven.