Officieel wordt het aantal doden als gevolg van de Syrische burgeroorlog niet meer bijgehouden. Officieus gebeurt dat wel. Diverse bronnen weten te melden dat er inmiddels rond de 470.000 slachtoffers zijn te betreuren. Weliswaar is dat nog altijd een schatting. Maar het geeft wel de verwoestende impact van het al vijf jaar durende geweld aan.

De vraag is intussen wat vijf jaar oorlog in Syrië heeft opgeleverd. Daarop valt slechts een trieste balans op te maken. Geen van de partijen in het conflict heeft zijn doel bereikt. Rebellen van het Vrije Syrische Leger en aanverwante groeperingen zijn er niet in geslaagd om het regime van president Bashar al-Assad omver te werpen. Jihadisten van Islamitische Staat is het op hun beurt niet gelukt een kalifaat in geheel Syrië te vestigen. Intussen ligt het land in puin en is de meerderheid van de bevolking gevlucht.

President Assad is niet van het toneel verdwenen. Dat kon alleen worden voorkomen dankzij Russisch militair ingrijpen. En indirect door de aanvallen van een westerse coalitie onder leiding van de Verenigde Staten op IS.

Wat na vijf jaar oorlog overblijft, is niet veel meer dan een status quo. Assad is vastbesloten heel Syrië te heroveren. De oppositie en extremistische jihadisten zijn evenmin van plan hun ambities op te geven.

Daaromheen spelen ook nog eens allerlei regionale en geo­politieke belangen. Alleen een serieuze bereidheid tot vredesoverleg kan de situatie nog redden.