Koenders spreekt van een „radicale hervorming” van de Brusselse werkwijze. Minder maar betere regels, meer transparantie en legitimiteit door een grotere invloed van de lidstaten en de nationale parlementen, aldus de minister.

„Dit klinkt vast als eurolingo in de oren van burgers, maar voor de logge en haperende Europese wetgevingsmachine is dit een geweldige opknapbeurt”, licht Koenders toe. Hij denkt dat de nieuwe werkwijze „het leven van burgers, bedrijven en overheden makkelijker gaat maken”.

De lidstaten kunnen voortaan op gelijke voet met het Europees Parlement en de Europese Commissie ‘meesturen’ in het jaarlijkse wetgevingsprogramma. „We zijn er nog niet, maar we zijn vandaag de goede weg ingeslagen”, besluit Koenders.