„Abu Jihad” is niet de enige ontmaskerde IS-strijder
RAQQA. In de gelekte documenten over strijders van Islamitische Staat staan meer Nederlandse namen. Terreurbestrijders springen een gat in de lucht.
Groot nieuws van het front tegen IS donderdag: vele duizenden namen van strijders liggen op straat, plus informatie over mensen die als referenten voor hen dienden toen ze zich aanmeldden bij de terreurorganisatie.
Helemaal duidelijk is niet over hoeveel unieke personen het gaat, maar volgens de Britse zender Sky News zijn het er 22.000. Omdat er naar schatting enkele tienduizenden IS-strijders zijn, zou het dus om de gegevens van het grootste deel van het IS-leger gaan.
Sollicitatiegegevens
Tot donderdag was duidelijk dat onder hen in elk geval één Nederlandse strijder stond: de vorig jaar omgekomen Marokkaans-Nederlandse Achraf B., bekend onder zijn strijdersnaam Abu Jihad al Holandi.
Naar nu blijkt is hij niet de enige van wie de sollicitatiegegevens op straat liggen. Zo goed als zeker is ook dat de Leidse Reda N. in de data is opgedoken. Hij was 19 toen hij in 2014 naar het kalifaat in Syrië afreisde. In de gelekte documenten gebruikt hij de naam Abu Ahlam al Holandi.
Net als Achraf B. was Reda in relatief korte tijd geradicaliseerd. Beiden hebben een Nederlands-Marokkaanse achtergrond, zoals de meeste Nederlandse uitreizigers naar Syrië. Verschil is dat Reda, voor zover bekend, nog altijd in leven is.
Terroristische organisatie
Naast deze twee Nederlanders zouden er nog vijf landgenoten in de gelekte documenten staan, bericht RTL Nieuws. Wie dat zijn, is niet duidelijk.
Terreurbestrijders en -experts reageerden gisteren opgetogen op de onthullingen. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, Dick Schoof, gaf gisteren aan dat hiermee bij rechtszaken makkelijker is aan te tonen dat strijders lid waren van een terroristische organisatie – iets dat vanuit Nederland doorgaans lastig te bewijzen is.
Wel hield hij een slag om de arm: het is niet honderd procent zeker dat de lijsten authentiek zijn. Daar lijkt het echter wel sterk op, onder meer omdat telefoonnummers van familieleden die de strijders opgaven, echt blijken te kloppen.