Diplomaten erkennen dat de afspraak nog verdere invulling moet krijgen, maar vinden het niettemin een doorbraak. De lidstaten zijn al zes jaar met elkaar in beraad over de invoering van een gemeenschappelijk beleid op dit terrein. De discussie verloopt moeizaam, omdat de regeringen graag de zeggenschap over de voorschriften in eigen hand houden. De beoogde harmonisatie is bedoeld om het ’asielshoppen’, het fenomeen dat vreemdelingen naar het land trekken met de gunstigste bepalingen, tegen te gaan.

De bewindspersonen hebben verder vastgelegd dat erkende vluchtelingen en migranten met een andere status grotendeels over dezelfde rechten dienen te beschikken. In Nederland is dat nu al het geval en verandert er dus niets. Uitzonderingen zijn mogelijk op het punt van het betreden van de arbeidsmarkt.

De Verenigde Naties en Amnesty International kijken met argusogen naar het overleg binnen de EU. Die organisaties menen dat sommige onderdelen van de plannen in strijd zijn met het internationaal recht.

Zo heeft de hoge commissaris voor de vluchtelingen bij de VN, Ruud Lubbers, vooral problemen met het voornemen om uitgeprocedeerde asielzoekers uit te zetten naar een zogenaamd veilig land buiten de Unie. Volgens hem zijn zulke landen niet automatisch voor alle mensen veilig. Hij riep daarom de ministers dinsdag in een brief op hun opvattingen te heroverwegen.