LEI: Vissers hebben baat bij quotum voor paling
WAGENINGEN. Het is voor binnenvissers voordeliger als de vangst op paling wordt gequoteerd dan wanneer die, zoals nu, drie maanden per jaar wordt stil gelegd. Dat meldt het sociaal-economisch onderzoeksinstituut LEI Wageningen UR dinsdag op basis van een proef die in Friesland loopt.
Een quotering levert de aalvissers op jaarbasis 3600 tot 4600 euro extra op, vergeleken met een tijdelijk visverbod. Het LEI schrijft dat verschil toe aan het feit dat bij jaarrond vissen op aal ook wolhandkrab en snoekbaars worden meegevangen. In de proef die wortd uitgevoerd door de Friese bond van binnenvissers, profiteren de vissers die met een quotum visten bovendien van de hogere prijs die hun aal opbracht tijdens de landelijke gesloten periode.
Door de terugloop van de aalstand heeft de Europese Commissie enkele jaren geleden alle lidstaten verplicht om een aalherstelplan in te dienen. Nederland heeft in dit verband besloten tot een gesloten periode van drie maanden, van september tot en met november. De Friese vissers denken echter dat quotering beter is, niet alleen in economisch opzicht maar ook voor de natuur. Dat laatste moet nog worden onderzocht, aldus het LEI.
Bij het huidige quotum is in Friesland plaats voor 9 tot 14 volwaardige visserijbedrijven, die dan een „modaal inkomen” kunnen behalen. De Friese vissers hebben ook alternatieve inkomstenbronnen aangeboord. De helft van de bedrijven is paling zelf gaan bewerken en verkopen, andere hebben een recreatietak opgezet of doen betaald onderzoek naar de visstand.
In de proef ligt het gemiddelde inkomen van de Friese vissers iets beneden het modale inkomen. De onderlinge verschillen zijn groot, wat volgens het LEI vooral te wijten is aan de verschillen in toegekende quota. Die toekenning is gebeurd op basis van historische vangsten uit de tijd dat er nog geen beperking van kracht was.