’Hongkong van Midden–Europa’ worstelt met hervormingen
Tegelijk met de presidentsverkiezingen van zaterdag kunnen de Slowaken in een referendum de huidige regering wegstemmen. Westerse instanties komen woorden te kort om de regering te prijzen, maar het eigen volk mort. Macro–economisch gaat het goed met Slowakije, zo meent deskundige Edwin Bakker van instituut Clingendael, „maar de gemiddelde Slowaak merkt daar nog maar weinig van".
Jan Bajanek van het Slowaakse ministerie van Economische Zaken kan een brede lach niet onderdrukken als hij de lof van toonaangevende Amerikanen over zijn land aanhaalt. „Multimiljonair Steve Forbes prees ons een half jaar geleden aan als het toekomstige Hongkong van Midden–Europa. Colin Powell (de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken) roemde ons als investeringsparadijs voor Amerikaanse bedrijven."
Zo ziet Bajanek, die namens de regering Slowakije op de wereldkaart moet zetten het graag. Zoals Hongkong de economische tijger van Azië is, zo moet Slowakije zich ontwikkelen als „investeerdersparadijs" van Midden–Europa, meent hij.
Bajaneks visie past bij de liberale wind die door Bratislava waait. Het huidige centrum–rechtse kabinet van premier Dzurinda heeft Slowakije met radicale hervormingen in snel tempo klaargestoomd voor de Europese Unie. Zo ging de bezem door het uitkerings– en belastingstelsel.
In eigen land stuitten deze pijnlijke maatregelen het afgelopen jaar echter op steeds grotere weerstand. Oppositie en vakbeweging menen dat de nieuwe maatregelen vooral de rijken en buitenlandse investeerders bevoordelen. Zij eisen onder meer dat het minimumloon en de uitkeringen omhoog gaan.
De vakbonden hebben dit voorjaar ruim 600.000 handtekeningen bijeengesprokkeld voor het referendum waarin de bevolking zich kan uitspreken voor nieuwe verkiezingen. President Rudolf Schuster, een voormalig communist en fel criticus van de huidige regering, besloot de volksraadpleging op dezelfde dag te houden als de presidentsverkiezingen, „om verzekerd te zijn van een zo groot mogelijke opkomst".
In zijn lange, gelambrizeerde kamer op het stadhuis van de oostelijke industriestad Kosice toont burgemeester Zdenko Trebula zich verbitterd over het regeringsbeleid. Trebula verwijt het kabinet dat het een landelijk beleid voert, zonder te letten op de specifieke problemen van zijn regio. „En dat terwijl je hier in het oosten gemeenten hebt met 100 procent werkloosheid."
De regering moet zich richten op de hulpbehoevende regio’s, stelt hij. „Nu is het alsof de mensen zonder zwemplankje en bandjes in het diepe worden gegooid". Kosice, de tweede stad van het land, is nog steeds niet aangesloten op een doorgaande snelweg. Daardoor gaan investeringen aan de regio voorbij, klaagt Trebula. „Het lijkt wel of de regering ons laat stikken."
Edwin Bakker herkent dergelijke gevoelens. „Het gevoel, vooral bij ouderen, is dat het al jaren slecht gaat met hun land." Van de beloften van de regering en berichten over investeringen merken zij niet veel. „Toch groeien hun kansen wel. Maar ze hebben de afgelopen decennia zoveel over zich heen gekregen, ze zijn gewend om te klagen."
Ook volgens Bajanek hangen nog te veel Slowaken in het communistische verleden. „Alsof iedereen nog steeds dezelfde schoenen, hetzelfde huis en dezelfde hoeveelheid geld zou moeten hebben." Hij hoopt dat de regering het hervormingsbeleid kan voortzetten. „Dan zullen de mensen het binnen enkele jaren al in hun portemonnee merken."
De regering heeft kiezers opgeroepen het referendum te boycotten. Het hoeft volgens de statistieken echter nauwelijks bang te zijn voor de uitslag. De volksraadpleging is pas geldig bij een opkomst van 50 procent, en dat lukte tot nu toe alleen bij het referendum over de toetreding tot de Europese Unie.