Patiënt: Ik kon röntgenfoto’s van een ander op het scherm zien
DEN HAAG. De doorsneepatiënt geeft zijn huisarts het cijfer 8,2 en lijkt over het algemeen dik tevreden te zijn. Maar wie rondneust in recente onderzoeken van Consumentenbond en –iets langer geleden– de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie ziet dat de privacy van de patiënt in veel gevallen als ondermaats wordt getypeerd.
Bijna de helft (44 procent) van de patiënten is de dokter meer dan vijftien jaar achtereen trouw, 21 procent zelfs langer dan 25 jaar.
De deskundigheid en betrokkenheid van huisartsen worden in de onderzoeken over het algemeen geprezen, het streven naar geheimhouding bekritiseerd. Gesprekken tussen arts en patiënt in de behandelkamer zijn nogal eens woordelijk te volgen. Dat euvel wordt toegeschreven aan gipswanden of aan de ouderdom van sommige praktijkpanden.
Wachtkamers en balies van doktersassistenten bevinden zich vaak in dezelfde of naastgelegen ruimte, waardoor zes op de tien patiënten kunnen meeluisteren bij telefoongesprekken. Diagnoses, medicijngebruik, klachten; nogal wat patiënten in de wachtkamer worden ongewenst deelgenoot gemaakt van de sores van anderen.
Schuifraampje
De Consumentenbond besloot dinsdag op basis van een enquête onder 6600 leden van het Consumentenbondpanel aandacht te vragen voor meer zorgvuldigheid. De bond wijst op een van de ondervraagden, een zekere mevrouw Huibers uit Hillegom, die de situatie bij haar huisarts als slecht omschrijft. „In de wachtkamer kan iedereen de binnenkomende telefoontjes horen. Er zit wel een schuifraampje, maar dat houdt het geluid niet tegen”, aldus Huibers. Ze zegt bij de bloeddrukmeting ook te kunnen meekijken op het computerscherm van de assistente. „Ik heb daarop weleens de röntgenbeelden van een andere patiënt zien verschijnen.”
Circa 200 ondervraagden in het panel, zo’n 3 procent dus, geven aan gesprekken te kunnen opvangen tussen arts en patiënt.
In 2014 kwam de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie na onderzoek tot vergelijkbare bevindingen. Toen sprak 40 procent van de ondervraagden zich uit over een gebrek aan privacy aan de balie. Desondanks vonden bijna alle deelnemers (96 procent) dat hun privacy in de spreek- of behandelkamer wel goed beschermd was.
Niet uniek
Woordvoerder Thom Meens van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NCPF) zegt zich niet te verbazen over de uitkomsten van het onderzoek van de Consumentenbond. „Wij hebben anderhalf jaar geleden ongeveer hetzelfde vastgesteld, en dan zou je verwachten dat er intussen iets in de huisartsenpraktijken veranderd en aangepast zou zijn.”
Meens stelt dat de huisartsen niet uniek zijn. Ook bij apotheken, fysiotherapeuten, tandartsen en elders in de eerstelijnsgezondheidszorg is privacy lang niet altijd vanzelfsprekend. „Nergens in de wet is het recht op privacy in die praktijken vastgelegd. Gelukkig is dat in ziekenhuizen beter geregeld.”
De NCPF onderstreept dat de waardering voor huisartsen over het algemeen groot is. Meens: „Veel patiënten geven echter terecht aan dat het gebrek aan privacy verontrustend is. Tegen huisartsen zou ik daarom willen zeggen: Doe er iets aan!”
De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) stelt dat patiënten erop moeten kunnen vertrouwen dat huisartsen goed omgaan met hun verhaal. De LHV geeft adviezen over geluidsisolatie.
„Huisartsen en hun medewerkers doen hun best om zo zorgvuldig mogelijk om te gaan met privacygevoelige informatie”, aldus de LHV. Dat is echter niet altijd praktisch haalbaar. „Het merendeel van de praktijken zit niet in een modern gebouw. Het is niet te voorkomen dat er in sommige situaties iets van een gesprek op te vangen zal zijn.”