Ontslag bij VN-top voor falen in Irak
Secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties heeft maandag een hooggeplaatste medewerker ontslagen en een ander in rang teruggezet omdat zij gefaald hebben bij de bescherming van VN-
medewerkers in Irak.
De maatregelen zijn de nasleep van de bomaanslag op het hoofdkantoor van de VN in Bagdad op 19 augustus vorig jaar, waarbij 22 mensen, onder wie VN-gezant Sergio Vieira de Mello, om het leven kwamen en meer dan 150 personen gewond raakten.
Tun Myat, verantwoordelijk voor de beveiliging van het VN-personeel, kreeg ontslag omdat hij ondanks waarschuwingen niet onderkende dat medewerkers en installaties van de VN in Irak doelwit van aanslagen konden zijn. Ramiro Lopes da Silva, Annans vertegenwoordiger in Irak, moet zijn rang van assistent-secretaris-generaal inleveren en krijgt een functie bij het Wereldvoedselprogramma waarin hij niet meer met beveiligingszaken te maken krijgt.
Annan bekritiseerde ook zijn plaatsvervangster Louise Frechette, omdat zij leidinggaf aan een stuurgroep die besloot dat VN-medewerkers na de Amerikaanse inval naar Irak terug konden keren. Frechette bood haar ontslag aan, maar Annan weigerde dat te aanvaarden, volgens zijn woordvoerder vanwege het collectieve karakter van het falen van de stuurgroep als geheel.
De scherpste kritiek van Annan gold twee VN-medewerkers die verantwoordelijk waren voor het reilen en zeilen van het VN-kantoor, dat in een hotel in Bagdad was gehuisvest. De twee -Paul Aghadjanian uit Jordanië en Pa Momodou Sinyan uit Gambia- kunnen disciplinaire stappen tegemoetzien. Volgens het rapport was hun gevraagd speciale beschermingsfolie op de ruiten van het hotel te laten aanbrengen, maar hadden zij daar in het geheel niets op ondernomen. Doordat de folie ontbrak, versplinterden de ruiten en vielen veel slachtoffers door rondvliegend glas.
De aanslag van 19 augustus en een tweede aanslag in september, waarbij verscheidene Iraakse politieagenten werden gedood, waren voor de VN het sein om hun medewerkers uit Irak terug te trekken. Sindsdien zijn alleen kleine teams beveiligingsmensen en verkiezingsmedewerkers naar Irak teruggekeerd om de machtsoverdracht van 30 juni aan de Irakezen te helpen voorbereiden.
Onderzoek van het Amerikaanse leger heeft uitgewezen dat het doodschieten van een Iraakse reporter en een cameraman van de televisiezender Al-Arabiya door Amerikaanse militairen op 18 maart een ongeluk was. Het leger betuigde maandag in een verklaring zijn spijt. Een Amerikaanse militaire zegsman verklaarde dat de militairen overeenkomstig hun geweldsinstructie hadden gehandeld. Hij wilde niet zeggen of er tegen hen disciplinaire stappen zullen worden genomen. Een woordvoerder van Al-Arabiya zei dat de uitkomst van het Amerikaanse onderzoek nog werd bestudeerd en had geen commentaar.
Een bomaanslag op een Amerikaans militair konvooi heeft maandag een Amerikaanse soldaat het leven gekost. De aanslag werd gepleegd op 18 kilometer ten noordwesten van de stad Fallujah. Een Amerikaanse woordvoerder kon verder geen bijzonderheden geven.
De Amerikaanse bestuurder in Irak, Paul Bremer, heeft maandag gezegd dat in totaal 50.000 Irakezen nog voor de overdracht van de macht op 30 juni een baan zullen vinden in wederopbouwprojecten die door de Verenigde Staten worden gefinancierd. Deze week worden de eerste contracten getekend, aldus Bremer.