De AEX-index in Amsterdam eindigde 2,1 procent hoger op 420,69 punten. De MidKap steeg 1,4 procent tot 643,34 punten. De graadmeters in Parijs en Frankfurt stegen tot 2 procent. In Londen ging de FTSE 1,4 procent omhoog.

De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg bijna 7 procent tot 31,69 dollar, terwijl Brentolie 5,5 procent duurder werd op 34,81 dollar per vat. Oliebedrijven liftten mee. Shell klom 3 procent en het Britse BP ging 3,9 procent vooruit. Total won 2,7 procent in Parijs.

In de hoofdindex op Beursplein 5 was staalconcern ArcelorMittal de grootste winnaar met een plus van 7,4 procent. Ook de verzekeraars waren in trek, zo won Aegon 4,7 procent en Delta Lloyd 2,5 procent.

Bij de middelgrote fondsen in Amsterdam stond bodemonderzoeker Fugro (plus 9,1 procent) bovenaan, gevolgd door roestvrijstaalbedrijf Aperam (plus 4,2 procent). Sterkste daler was Air France-KLM, dat 5,7 procent zakte.

Elders in Europa waren aan grondstoffen gerelateerde bedrijven ook in trek. Zo wonnen de mijnbouwers Glencore, Rio Tinto, Anglo American en BHP Billiton in Londen tot 10,8 procent.

In Londen verloor HSBC 0,9 procent. De grootste bank van Europa heeft in het vierde kwartaal een verlies in de boeken gezet. Dat kwam onder meer door een terugval van de inkomsten uit leningen, terwijl het financiële concern ook meer geld opzij moest zetten voor probleemkredieten.

Op macro-economisch vlak bleek dat de Franse economie deze maand tekenen van krimp vertoont. In Duitsland wees de vergelijkbare graadmeter op een onverwachte terugval in de industrie, waar de activiteit deze maand nagenoeg stagneerde. In de hele eurozone zwakte de groei zowel in de industrie als de dienstensector af.

De euro was 1,1023 dollar waard, tegen 1,1124 dollar bij het slot van de Europese beurzen op vrijdag. De ‘Brexit’-campagne zette het pond onder druk, met de sterkste daling ten opzichte van de dollar in bijna een jaar.