VN: burgers blijven doelwit in Zuid-Sudan
NEW YORK (ANP/RTR). Aanhangers van de regering en de oppositie in Zuid-Sudan blijven burgers doden, ontvoeren en verjagen, ondanks verzoenende taal van beide partijen. Dat stellen de Verenigde Naties.
Een conflict tussen president Salva Kiir en zijn toenmalige vicepresident Riek Machar was twee jaar geleden het startsein voor de burgeroorlog die nog altijd woedt. Het conflict tekent zich langs etnische lijnen af. De Dinka-stam steunt Kiir, die een van hen is. Machar wordt op zijn beurt gesteund door de Nuer. Het conflict heeft al aan meer dan 10.000 mensen het leven gekost.
Na maanden van strijd werd er vorige maand een akkoord gesloten over een overgangsregering. Maar aan het geweld is geen eind gekomen. In drie staten in het noordoosten van het land worden dorpen systematisch verwoest door regeringstroepen, aldus Ivan Simonovic, adjunct-secretaris-generaal voor de mensenrechten bij de VN.
„Een vrouw beschreef hoe soldaten haar man doodden, haar aan een boom vastbonden en haar vijftienjarige dochter dwongen toe te kijken terwijl ze door ten minste tien soldaten werd verkracht”, zei Simonovic.
Meer dan 2,3 miljoen mensen zijn door het conflict ontheemd geraakt. De VN bieden op zes locatie bescherming aan meer dan 200.000 mensen. Bij gevechten in een van die kampen kwamen woensdag achttien mensen om, meer dan negentig raakten gewond. Onder de doden zijn twee medewerkers van hulporganisatie Artsen zonder Grenzen.