Turkse hulporganisaties hebben aan de Syrische kant van de grens kampen opgezet om de nieuwe vluchtelingen op te vangen. De grens blijft voorlopig echter gesloten. Turkije vangt al 2,5 miljoen Syriërs op en laat slechts mondjesmaat nog mensen toe. President Recep Tayyip Erdogan zei zondag wel dat de vluchtelingen worden toegelaten „als dat noodzakelijk is”.

Door hevige Russische bombardementen is Aleppo, het bolwerk van de Syrische oppositie, leeggestroomd. De gouverneur van de Turkse grensregio Oncupinar zei zaterdag dat in 48 uur zo’n 35.000 mensen bij de grens zijn gearriveerd. Dat aantal is zondag alleen maar verder toegenomen.

De vluchtelingen zelf hopen dat de Turken alsnog de grens voor hen zullen openen. „Het is hier gevaarlijk”, liet de twintigjarige Anas al-Chatib telefonisch weten. Hij noemde de humanitaire situatie „dramatisch”. „Veel mensen hier hebben nog geen tas bij zich, alleen de kleding die ze aan hebben.” De noodhulp die vanuit Turkije komt, is niet toereikend.

„Onze vrienden hebben ons in de steek gelaten”, zei Mahmoud, die met zijn dochtertje van vier maanden het geweld ontvluchtte. „De Europeanen en Amerikanen sturen ons tenten en voedsel”, aldus de Syriër. „Wij willen een oplossing voor deze oorlog.”