„Arkvondst op de Ararat”
Gerrit Aalten heeft bewijzen in handen dat de ark toch echt op de berg Ararat ligt. „Dit jaar zullen voor het eerst wetenschappers met hun rapporten naar buiten komen”, verwacht de voorzitter van de stichting Ark InSight in Waalre.
Een groep christelijke Chinese onderzoekers verraste in 2010 de wereld met spectaculaire vondsten op de berg Ararat, in het oosten van Turkije. De zogeheten NAMI-groep (Noah’s Ark Ministries International uit Hongkong) beweerde toen met 99,9 procent zekerheid de ark gevonden te hebben.
Op die bekendmaking kwam veel kritiek, het zou om bedrog gaan, om een nep-ark. Het aanvankelijke enthousiasme van velen sloeg om in ongeloof en scepsis. Maar volgens Aalten –die al sinds zijn jeugd onderzoek doet naar de ark– kloppen die aantijgingen niet. „Er ligt echt een ark.”
In 1999 maakte hij kennis met de Koerdische berggids Ahmet Ertugrul, ook bekend onder de naam Parasut. „Een goede vriend van me. Hij heeft voor mij allerlei arklocaties gecheckt. Daar heb ik hem goed voor betaald. Ik kreeg destijds van de Turkse autoriteiten geen toestemming om de Ararat te beklimmen omdat ik te veel Armeense stempels in mijn paspoort had.”
Parasut laat in 2008 aan Aalten weten dat hij de arklocatie heeft ontdekt op de Ararat rond 4200 meter hoogte. „Hij doet daar heel geheimzinnig over. Alleen mensen die iets voor zijn project betekenen, mogen mee naar boven.”
Bent u zelf weleens boven geweest?
„Nee, ik heb nog niks gezien, ben daar zelfs nooit geweest. Ik vind het eigenlijk wel leuk om vanuit mijn luie stoel te zien hoe ze daar bezig zijn.”
Een nieuwe expeditie in het najaar van 2014 levert opnieuw spectaculaire beelden op. Aalten pakt er een dikke map vol foto’s bij. Een daarvan laat een forse vlakke wand zien. „Die foto is op 15 oktober 2015 vrijgegeven. Ik heb daar pas een persbericht over rondgestuurd. Wat je hier ziet, is een deel van een groot schipachtig bouwwerk in de ijskap op de Ararat. De wanden lijken ingesmeerd te zijn met pek. Ik ben ervan overtuigd dat de ark daar ligt.” Met nadruk: „Dit is een wereldprimeur.”
Van wie hebt u die foto’s gehad?
„Dat kan ik helaas niet zeggen. Ik mag mijn bronnen niet prijsgeven.”
Hoe weet u dan dat die foto’s echt zijn?
„Ik heb vergelijkbare foto’s gekregen met gps-locaties van een vriend van Philips Williams, een verstrooide Amerikaanse onderzoeker die ook op de berg is geweest. Ik mag helaas geen namen noemen.”
Enthousiast bladert hij door de map met foto’s: „Dit is echt. Kijk maar eens wat daar allemaal ligt. Gaaf, kunstig gevormd aardewerk met voedsel erin, bokalen met stro, voorraadzakken van dierenblaas of -huid, gevlochten manden van vlas, wollen kleden met prachtige patronen, gereedschap. Alsof de ark gisteren is verlaten. Dat moet echt zijn. Volgens kenners is al dat materiaal prehistorisch. Prachtig toch?”
Hoe weet u zeker dat niemand dat daar heeft neergelegd voor een fotosessie?
„Dat kan ik nu niet natrekken, maar dat zal zich gaan openbaren. Vanwege steenlawines gaat niemand daar voor zijn plezier naartoe. Maar het ligt daarboven vol met goederen. Doordat de gletsjers in hoog tempo verder wegsmelten, zijn de kansen steeds groter om er iets te vinden. De ark ligt in drie stukken gebroken in een kloof. Beneden aan de gletsjer vinden mensen geregeld wat.”
Aalten start zijn laptop op, en laat een paar filmpjes zien. „Ziet u, ze zijn echt binnen geweest. Hier staan dezelfde details op als op de foto’s.”
Zou u niet zelf een kijkje willen nemen op die arklocatie?
„Ik weet dat het Ahmets wens is om een grote wetenschappelijke expeditie naar de ark op touw te zetten. Daar zou ik best aan mee willen doen.”
Scepsis
De claims van Parasut staan of vallen bij deugdelijk wetenschappelijk onderzoek, stelt geoloog Tom Zoutewelle uit Doorn desgevraagd. „Ik heb grote scepsis over wat er allemaal geroepen wordt. Welke link hebben die vondsten met de ark? De geruchten gaan dat de Koerd hout en aardewerk zelf de berg op heeft gesleept.”
Zoutewelle verwacht dat Parasut op de eerstvolgende persconferentie –die mogelijk dit jaar plaatsheeft– zal schermen met vondsten van aardewerk en andere bijzondere voorwerpen.
De wetenschappelijke expedities van de afgelopen tijd zijn echter keer op keer misgelopen. Aan de eerste wetenschappelijke expeditie in 2008 zouden de Amerikaanse hoogleraren archeologie Randall Price en Don Patton meedoen. Parasut wilde hen naar de locatie brengen voor 100.000 dollar. Door onenigheid over de authenticiteit van de foto’s die de Koerd had geleverd, ging de tocht niet door en konden de Amerikanen naar het grootste deel van hun geld fluiten.
Op tochten die ze op eigen houtje ondernemen, ontdekken ze dat Parasut verschillende ‘arkfoto’s’ heeft genomen bij de Turkse plaats Diyadin, op 50 kilometer van zijn vindplaats op de Ararat.
Zoutewelle beklimt in april 2012 zelf de Ararat. „We raakten echter op 3700 meter hoogte ingesneeuwd en moesten terug.” Hij vermoedt echter dat er boven op de berg wel degelijk iets is gevonden. „Onder meer losse balken, die voor het NAMI-team kennelijk voldoende aantonen dat de ark daar gelegen moet hebben. Maar daar moet wel deugdelijk wetenschappelijk bewijs voor zijn. En dat is er niet.” Zoutewelle vindt het een veeg teken dat het team er zo geheimzinnig over doet.
Volgens de Nederlandse programmamaker Bernard Prins zijn er behalve de Nederlandse archeologen Jeroen Rensen en Tine Rassalle geen echte wetenschappers ter plaatse geweest. „Parasut zal die ook buiten de deur houden. Intussen houdt hij investeerders wel steeds de worst voor aan dat er wetenschappelijk onderzoek zal worden gedaan. Hij wil voorkomen dat zijn geldbron droogvalt. Bij mijn weten bestaat er geen enkel betrouwbaar rapport over de locatie zelf.”
Wereldprimeur
Prins herinnert zich zijn tocht met Jeroen Rensen naar de ark in 2013 als de dag van gisteren. „Na zes uur non-stop lopen kwamen we aan bij de ‘ark’. Daar sta je dan voor een paar planken in een grot. Een armzalig resultaat voor de 50.000 euro die ons team ervoor heeft neergeteld. Toen Parasut ons ook nog verbood om monsters mee te nemen, vielen me de schellen van de ogen.”
Rensen: „Wat we toen hebben gezien, waren niet meer dan een paar planken.”
Jeroen Rensen beklimt de berg nog eens in 2014, maar zonder resultaat. „Daarbij heb ik veel meer gezien, houten planken die tegen de wanden van een opening in de berg stonden en ook wat aardewerk. Helaas was het aardewerk voor een groot deel bedekt met ijs en had ik niet het materiaal bij me om dat voorzichtig te kunnen uitgraven om het beter te bekijken. Er zijn geen objecten of monsters van de berg mee naar beneden genomen voor verdere analyse”, geeft hij desgevraagd aan. Rensen kan de claim van Parasut dus evenmin hardmaken.
Het is opmerkelijk dat steeds dezelfde foto’s en filmpjes circuleren van de voorwerpen die van de berg zijn gekomen, vindt Prins. „Ze komen allemaal bij Parasut vandaan. Elke keer geeft de Koerd weer een paar ‘wereldprimeurs’ vrij om mensen ervan te overtuigen dat er werkelijk iets is gevonden. Ik vind het verontrustend dat hij zich vooral richt op gelovige mensen en schijnbaar nooit op de pure wetenschap.”
In een nog ongepubliceerde documentaire van Prins komt de Koerdische berggids Mustafa Arsin aan het woord. Die geeft ondubbelzinnig aan Aalten te hebben gewaarschuwd voor Parasut. „Het is een leugen, Gerrit. Maar hij geloofde dat het echt was.”
Desgevraagd weet Aalten zich niets te herinneren van een waarschuwing. Zijn vertrouwen in de arkvondst van zijn Koerdische vriend blijft ongeschokt. „De ontdekking van de ark is een proces dat wel tien jaar duurt. We gaan langzaam zien dat de resten van de ark nog steeds op de Ararat liggen. De rapporten van de wetenschappers zullen dat hopelijk dit jaar duidelijk maken.”
Zoeken op de verkeerde plek
Volgens de Bijbel is de ark gestrand „op de bergen van Ararat.” Wordt daarmee wel hetzelfde bedoeld als de huidige berg Ararat? De kans dat er op deze zogeheten Agri Dagi iets wordt aangetroffen van de ark is bijzonder klein, stelt journalist Tjarko Evenboer in het jongste nummer van het tijdschrift Weet. „Er bestaat zelfs twijfel of de vulkanische berg Ararat al in zijn huidige vorm bestond ten tijde van de zondvloed.”
Volgens Evenboer stamt de fascinatie voor de berg uit het jaar 301 na Christus, het jaar dat Armenië als eerste land ter wereld het christendom aannam als staatsgodsdienst. „De gekerstende Armenen projecteerden de geschiedenis van de ark op de hoogste berg in hun omgeving: Masis, de huidige Ararat.”
Er is volgens hem echter een grotere kanshebber.„De berg Judi. Deze berg ligt een stuk zuidelijker in de bergketen, in het gebied waar Turkije, Syrië en Irak aan elkaar grenzen.” Onder anderen de Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus en de Babylonische historicus Berossus schrijven daarover.
Opmerkelijk is dat de Duitse arkzoeker Timo Roller in zijn boek ”Das Rätsel der Arche Noah” (ISBN 9783417265880, 2014) tot dezelfde conclusie komt, al noemt hij deze berg Cudi Dagi. Een citaat: „Taalkundig zijn Cudi, Kardo, Gordyene, Kordayäer en ook Koerdistan nauw aan elkaar verwant. Het is onmiskenbaar dat hiermee alleen het gebergte kan worden bedoeld dat noordelijk van de Mesopotamische grens aan de oever van de Tigris op 2100 meter hoogte ligt.”
Zoektochten op en rond de berg Cudi of Judi hebben echter weinig opgeleverd. Maar ook dat is verklaarbaar. „De machtige kalief Umar ibn Al-Khattab –circa 583-644– zou restanten van de ark in een moskee hebben verwerkt”, schrijft Evenboer. Deze moskee bestaat inmiddels niet meer. Daarmee zouden ook de resten van de ark verloren zijn gegaan.
Toch beweerde de Arabische geschiedschrijver Masudi in de tiende eeuw dat de ark nog steeds bekeken kon worden op de Cudi of Judi.
De Britse archeologe Gertrude Bell bezocht de berg in 1910, en beschreef hoe de plaatselijke bevolking haar naar de resten van de ark leidde. Ook zou daar in de buurt het graf van Noach liggen. Timo Roller heeft bij een bezoek een stuk pek gekregen dat afkomstig zou zijn van de ark. Evenboer: „Tot op de dag van vandaag zijn er plaatselijke inwoners die spreken over restanten van de ark.”
serie
Ark van Noach
Dit is het eerste deel van een driedelige serie over arkvondsten op de berg de Ararat. Volgende week woensdag deel 2.
Zie ook:
Ark van Noach zou nu écht gevonden zijn (Reformatorisch Dagblad, 11-05-2010)
Zeister arkoloog op zoek naar de ark : “Noachs boot wordt gevonden; dat gaan wij nog meemaken” (Reformatorisch Dagblad, 17-10-1998)