Buitenland

Overleven in de modder van Duinkerken

DUINKERKEN. Winterse kou en een schietpartij hakken er flink in bij de vluchtelingen van het ‘vergeten’ kamp van het Franse Duinkerken. Het leven komt weer op gang, maar de situatie blijft onverminderd zwaar: de modder is diep en hygiëne is ver te zoeken.

Jannes van Roermund
2 February 2016 20:04Gewijzigd op 16 November 2020 01:09
DUINKERKEN. In een provisorisch kamp bij het Franse Duinkerken leven zo’n 2500 migranten en vluchtelingen. Het is er modderig en onhygiënisch. Artsen zonder Grenzen meldde vorige week dat het aantal gevallen van schurft sterk is gestegen en zegt dat de vl
DUINKERKEN. In een provisorisch kamp bij het Franse Duinkerken leven zo’n 2500 migranten en vluchtelingen. Het is er modderig en onhygiënisch. Artsen zonder Grenzen meldde vorige week dat het aantal gevallen van schurft sterk is gestegen en zegt dat de vl

Ismael zet een gloednieuwe tent op. Hij krijgt hulp van twee vrienden met wie hij de tent deelt. „Maar we missen nog veel”, zegt Ismael. Hij wijst naar zijn rug en gebaart dat het pijn doet. De jongens hebben geen bedden. Ze blijken op een houten plank te slapen. „Heb je dekens, alsjeblieft?”

Het is iedere dag een kwestie van overleven. Het kamp, met 2500 bewoners van voornamelijk Koerdische afkomst, wordt het ‘vergeten’ kamp van Duinkerken genoemd. Er zijn weinig hulporganisaties en het kamp had lange tijd nauwelijks media-aandacht. Volgens sommige vrijwilligers zijn de omstandigheden echter zwaarder dan in het kamp van Calais.

Het kamp is één grote modderpoel. Op sommige paden zak je tien centimeter weg. Mannen vragen voortdurend om schoenen. Die gaan maximaal een maand mee: als ze vuil en nat zijn, moeten ze weg, want wassen is onmogelijk. Ook het gas raakt op. Tenten zijn provisorisch versterkt met doeken en hout en vuilnis slingert overal rond.

Het gebrek aan veel hulporganisaties trekt een omvangrijke groep vrijwilligers aan. Een van hen is de Nederlandse Bart Wouters, alias de pannenkoekenman. Hij komt hier regelmatig met stroop, poedersuiker en pannenkoeken. „Dat brengt toch een lach op de gezichten.”

Bendes

Vorige week dinsdag werd het kamp opgeschrikt door een schietpartij, waarbij enkele gewonden vielen. „Ik was erbij”, vertelt een vrijwilliger die niet met zijn naam in de krant wil. „We zaten in een tent. Ik dook naar beneden en kon alleen afwachten.”

De schietpartij was de culminatie van een strijd tussen smokkelaarbendes. Er is ruzie ontstaan tussen twee groepen, zo vertelt een andere vrijwilliger. In het begin waren Afghanen en Albanezen de baas. Nu zijn het volgens hem Koerden die de dienst willen uitmaken. De vrijwilligers zien zich ook gedwongen om de bendeleden privileges te geven. „Als zij langskomen, dan ga je opzij.”

De smokkelaars wonen in het kamp omdat alle bewoners de oversteek naar Engeland proberen te komen. Er wordt tot zo’n 8000 euro voor de reis betaald.

Familie

Lokman Hassan heeft niet veel van het incident gemerkt. De kalende veertiger woont aan de andere kant van het kamp. Hij heeft net thee ingeschonken uit een ketel op een houtvuur. Tijdens de reis is hij zijn vrouw en kinderen kwijtgeraakt in Turkije. „Ik wacht nu al tweeënhalve maand op ze.”

Veel vluchtelingen worden stil wanneer ze een vraag krijgen over hun familie. De barre omstandigheden en het geweld vallen in het niet bij het persoonlijke leed. De kou heeft wel een grote impact. Enkele weken geleden vroor het zeven graden. „Dan blijf je binnen. Het is zelfs te koud om vuur te maken”, zegt Lokman. Sommige vluchtelingen verwarmen hun tent met theelichtjes, maar dat is niet zonder gevaar. Volgens vrijwilligers zijn tientallen tenten al in vlammen opgegaan.

Ziektes

Tegelijkertijd is de kou ook een redding, vertelt de Belgische vrijwilliger Carlo Herpoel. Hij heeft eerder op de Filippijnen en in Haïti geholpen. „Als het hier net zo warm zou zijn als daar, zouden er veel meer ziektes en epidemieën zijn.”

Die ziektes zijn er toch. Vorige week is het aantal gevallen van schurft flink gestegen, meldt Artsen zonder Grenzen. Volgens de hulporganisatie moeten de vluchtelingen hier weg om de situatie echt te verbeteren. Er wordt een nieuw en legaal kamp gebouwd.

Volgens Herpoel dient het volgende probleem zich aan: „Ik denk niet dat de vluchtelingen weg willen gaan. Ze hebben hier alles opgebouwd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer