Rode kaart moet Britten in EU houden
BRUSSEL (ANP). De eisen die Groot-Brittannië stelt om lid te blijven van de Europese Unie worden voor een deel ingewilligd. EU-president Donald Tusk presenteerde dinsdag een voorstel met maatregelen die de Britten aan boord van de landenunie moeten houden.
Zo krijgen, als het aan Tusk ligt, de parlementen van de Europese Unie de mogelijkheid wetsvoorstellen van de Europese Commissie tegen te houden of hierin verandering aan te brengen. Als 55 procent van de parlementen in de 28 lidstaten tegen de betreffende EU-wetgeving is en dus de rode kaart trekt, wordt het voorstel niet behandeling genomen.
Tusk biedt de Britten ook de mogelijkheid om nieuwkomers uit andere EU-landen gedurende vier jaar lagere uitkeringen te geven. Deze „noodrem” mag echter alleen worden gebruikt als wordt aangetoond dat het systeem van sociale zekerheid op springen staat, en de Britten zich in een referendum vóór het EU-lidmaatschap uitspreken.
Voor die maatregel gelden wel beperkingen. Tusk benadrukt dat het vrije verkeer van werknemers en het principe van non-discriminatie volledig moeten worden gerespecteerd.
Ook zouden de Britten het recht krijgen strengere eisen te stellen aan gezinshereniging en de export van kinderbijslag. Verder stelt Tusk een mechanisme voor dat de belangen van niet-eurolanden zoals Groot-Brittannië moet beschermen. Een vetorecht krijgen ze echter niet. Ook hoeft het land niet verder te integreren in de EU. Brussel gaat verder onderzoeken of bestaande wetgeving wel Europees, en niet nationaal moet zijn.
De EU-president stelt dat hij met zijn voorstellen „erg ver” is gegaan om de zorgen van de Britse premier David Cameron weg te nemen. „To be, or not to be together, that is the question”, twitterde hij. Cameron sprak in een reactie van „echte vooruitgang”, maar zei tegelijkertijd dat er nog meer werk is te doen voordat hij bereid is campagne te voeren tegen een zogenoemde Brexit.
Het definitieve besluit over dit pakket moet worden genomen op een Europese top in Brussel over ruim twee weken met alle 28 regeringsleiders en staatshoofden.