Geweld en wantrouwen bij begin gesprek Syrië
GENÈVE/DAMASCUS (ANP). Besprekingen die zondag in Genève zijn begonnen moeten vrede in Syrië uiteindelijk dichterbij brengen, maar op de eerste dag bleek vooral hoe ver weg dat doel is. In de Syrische hoofdstad Damascus eiste een bloedige aanslag van terreurbeweging IS tientallen levens. De delegaties van de Syrische regering en oppositie waren in Zwitserland vooral bezig elkaar via de pers verbaal te bestrijden.
Doelwit van de aanslag was een wijk waar vooral sjiieten wonen. Er staat ook een belangrijk sjiitisch heiligdom: de Sayyidah Zaynabmoskee. Een zelfmoordterrorist blies daar in de buurt een auto vol springstof op. Kort erna sloegen twee andere daders toe op dezelfde plek, zodat toegesnelde hulpverleners en omstanders zelf werden getroffen. Volgens de Syrische autoriteiten kwamen minstens 45 mensen om het leven. Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten repte vanuit Londen van 63 doden onder wie vijf kinderen. De organisatie baseert zich op waarnemers ter plaatse.
Voor de regeringsdelegatie van het Syrische regime toonde de aanslag nog eens aan dat het „noodzakelijk is om terroristen te bestrijden”. In de ogen van de Syrische regering zijn echter niet alleen de jihadisten, maar ook religieus gematigde rebellengroepen terroristen.
De voornaamste oppositiegroep in Genève dreigde op haar beurt meteen met weglopen als het regime van Bashar al-Assad niet direct stopt met het belegeren van steden. De delegaties spreken niet met elkaar, maar in eerste instantie alleen met VN-gezant Staffan de Mistura.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry maande alle partijen „de kans te grijpen om vooruitgang te boeken”. EU-buitenlandchef Federica Mogherini veroordeelde de aanslag in Damascus. Volgens haar willen de daders „de poging om een politiek proces op gang te brengen verstoren”.