Zikavirus mogelijk ook seksueel overdraagbaar
GENÈVE. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bepaalt maandag of voor het zikavirus een internationale noodtoestand moet worden uitgeroepen. Om een goede afweging te maken, moet helder zijn wat precies de risico’s zijn. Dat is niet gemakkelijk. Er zijn nog diverse vragen zonder bevredigende antwoorden.
Zo leidden eerdere uitbraken van het virus in Afrikaanse en Aziatische landen niet tot de geboorte van een hoger aantal kinderen met een kleinere schedel –microcefalie– dan gebruikelijk. Toch lijkt dit nu wel zo te zijn, al is een oorzakelijk verband nog niet aangetoond.
Bij microcefalie is sprake van een te kleine schedelomvang en een verminderde hersenontwikkeling. Sommige kinderen met microcefalie hebben een normale intelligentie, anderen kampen echter met een verstandelijke handicap, een vertraagde motorische ontwikkeling en aangeboren afwijkingen in andere organen.
Dat er in Zuid-Amerikaanse landen, tegelijk met de opmars van het zikavirus, sprake is van een stijging van het aantal gevallen van kinderen met microcefalie, is onmiskenbaar. Tot voor kort telde Brazilië jaarlijks zo’n 150 kinderen met deze aandoening. Sinds artsen een verdenking van microcefalie bij een baby moeten melden, telden de gezondheidsautoriteiten al zo’n 4100 gevallen.
Echter, lang niet in alle gevallen zijn kleine schedeltjes terug te voeren tot microcefalie en een eerdere besmetting met het zikavirus van de moeder tijdens de zwangerschap. Zo bleek bij nader onderzoek onder 700 baby’s dat er bij 462 pasgeborenen andere factoren in het spel waren: slechte voeding, drugsgebruik of een genetische aanleg. Dat duidt dus op overrapportage door artsen die vanwege de ontstane commotie op scherp staan om alle verdachte gevallen te signaleren.
Margaret Chan, directeur van de WHO, gaf deze week aan bezorgd te zijn over de explosieve verspreiding van de ziekte. De organisatie verwacht dat 3 à 4 miljoen mensen op het continent besmet raken. China is eveneens gewaarschuwd, want ook daar komt de mug Aedes aegypti, de verspreider van het zikavirus, voor.
Overdracht van mens op mens van het zikavirus is niet aangetoond. Al beschreef de Britse krant The Independant deze week de opmerkelijke casus van de Amerikaanse insectendeskundige Brian Foy, die in 2008 Senegal bezocht en daar het zikavirus opliep. Hij werd ziek, evenals een collega, kreeg koorts, huiduitslag en had last van vermoeidheid en opzwellende gewrichten.
Kort na terugkeer in de VS werd ook zijn vrouw, een verpleegkundige, ziek. Zij was echter niet meegegaan naar Senegal en had ook geen ander tropisch land bezocht. Uit bloedonderzoek bleek dat zij ook besmet was. De overdracht vond waarschijnlijk plaats via geslachtsgemeenschap, aldus Foy in 2011 in het tijdschrift Emerging Infectious Diseases. In 2013 werd bij een man uit Tahiti het virus in zijn sperma aangetoond.
Mocht overdracht via seksuele gemeenschap mogelijk zijn, dan vergroot dit onmiskenbaar de risico’s op verdere verspreiding van het virus. Ook in Europa, waar de mug Aedes aegypti niet voorkomt. Een man die bijvoorbeeld vanuit Europa op zakenreis gaat naar Zuid-Amerika en daar besmet raakt, zou het virus als hij weer thuiskomt kunnen overdragen op zijn, al of niet zwangere, vrouw.