Dat is de uitkomst van het beraad van donderdagavond tijdens een tweedaagse top in Brussel. De leiders lieten weten bereid te zijn compromissen te sluiten, maar deden inhoudelijk nog geen zaken.

Premier Balkenende zei na afloop een goed gevoel te hebben overgehouden aan de gedachtewisseling. Volgens hem was de sfeer „duidelijk anders” dan in december, toen de intergouvernementele conferentie (igc), zoals de verdragsonderhandelingen tussen de lidstaten officieel heten, vastliep. Hij constateerde „een wereld van verschil.”

Ierland, dat momenteel het voorzitterschap van de Unie bekleedt, heeft in de voorbije maanden afzonderlijk overleg gevoerd met elk van de partners. Afgesproken is dat die bilaterale consultaties doorgaan.

De hoogste politieke vertegenwoordigers bonden zich niet aan concrete data. Op 17 en 18 juni, vlak na de verkiezingen voor het Europees Parlement, komen zij voor een volgende top bijeen. Het ligt voor de hand dat zij dan de laatste geschillen oplossen. Balkenende sluit echter niet geheel uit dat dit al gebeurt nog voordat de burgers de gang naar de stembus maken. „Dat hangt af van de verdere gesprekken. De voorzitter wenst voorlopig wat ruimte te houden”, zette hij uiteen.

De premier heeft tijdens de ontmoeting met zijn collega’s aandacht gevraagd voor twee belangen waar Nederland zeer aan hecht en die het wil veiligstellen in de beoogde grondwet. Het betreft betere garanties voor budgettaire discipline in het kader van het stabiliteitspact, door meer mogelijkheden voor een beroep op de rechter, en handhaving van het vetorecht bij beslissingen over de meerjarenbegroting van de EU. Balkenende ging niet in op de vraag hoe hard hij het uiteindelijk zal spelen op deze punten.