Scheidend luchthaventopman Wondolleck is opgegroeid met het vliegvirus
ROTTERDAM. Na een carrière van bijna 32 jaar neemt directeur Roland Wondolleck (62) deze week afscheid van luchthaven Rotterdam The Hague Airport. „De jaren zijn omgevlogen.”
Bij de Schiphol Group, waartoe de Rotterdamse luchthaven behoort, is het gebruikelijk dat topfunctionarisssen rond hun 63e uit de betreffende functie terugtreden. Wondolleck, als het ware opgegroeid met het vliegvirus, was op Rotterdam de laatste 22 jaar directeur, waarmee hij te boek staat als de op een na langst zittende topman van een Nederlandse luchthaven. Alleen de legendarische Jan Dellaert was (van 1920 tot 1958), met 38 dienstjaren als achtereenvolgens stationschef, havenmeester en directeur van Schiphol, langer als topman van een luchthaven werkzaam.
Een moeilijke periode in de loopbaan van Wondolleck was de mogelijke sluiting van de Rotterdamse luchthaven rond 1985. „Dat hing als een zwaard van Damocles boven de luchthaven, dat was geen feest”, zegt hij met gevoel voor understatement. „Ik ben toen als een soort zendeling voortdurend in de weer geweest om allerlei complexe luchtvaartvraagstukken aan politici en anderen inzichtelijk te maken.”
Luchtvaarttechnische aspecten waren voor Wondolleck altijd de kers op de taart. Hij geeft een voorbeeld.
„Indertijd kreeg ik de vraag van een Britse gezagvoerder of de supersonische Concorde op een proefvlucht naar Rotterdam kon komen. Een heel interessante mogelijkheid natuurlijk, die de luchthaven veel publiciteit zou opleveren.
Als luchtvaartliefhebber voelde ik er wel voor. Maar de havenmeester in mij zei dat zo’n vlucht veel te riskant zou zijn. De baan was lang genoeg om te kunnen landen en starten. Als er echter een afbreking van de start plaats zou moeten hebben, dan zou de baan letterlijk te kort schieten. Veel te onveilig dus. En daar gaf de piloot me gelijk in.”
EasyJet
Apart was voor Wondolleck de opkomst van de lagekostenmaatschappijen in 1996. Die wilden alleen naar bepaalde luchthavens vliegen als die ervoor zouden betalen. Zo ook Stelios Haji-Ioannou, oprichter van het Britse easyJet.
Wondolleck: „Tijdens een verkennend gesprek was Haji-Ioannou uiteindelijk bereid om gratis naar Rotterdam te komen. Toen vroeg ik hem wat volgens hem het verdienmodel van onze luchthaven was. Dat waren de bestedingen van de passagiers in de belastingvrije winkel, vond hij. Uiteraard ging de overeenkomst toen niet door. Ik vind dat een transactie voor beide partijen zakelijk verantwoord moet zijn, en dat was hier totaal niet het geval.”
Wondolleck heeft niets tegen goedkoop opererende luchtvaartmaatschappijen. „Integendeel. Hun grote verdienste is dat zij aan veel kleine regionale luchthavens en regio’s een forse economische impuls hebben gegeven. Door hun relatief lage tarieven hebben zij tegelijk flink bijgedragen aan de ontsluiting van Europa en de popularisering van het luchtverkeer. Op Rotterdam ging het om verdeling van de vliegcapaciteit. Die was en is nog steeds beperkt. Met lagekostenmaatschappijen erbij zouden we al snel te veel vliegverkeer krijgen. We hebben namelijk met een wettelijke geluidszonering te maken, die is vastgesteld om de overlast voor de omgeving te beperken.”
Is er dan nog wel een mogelijkheid voor andere maatschappijen om naar Rotterdam te komen? „Zeker”, zegt Wondolleck. „Op basis van de zestien uur die we nu dagelijks open zijn, hebben we gemiddeld zo’n twee vluchten per uur. En dat kunnen er op termijn best drie worden. Op de wensenlijst staan bijvoorbeeld nog Genève en Zürich en bestemmingen in Scandinavië.”
Adviseur
Op 1 februari wordt Wondolleck adviseur van de Schiphol Group, want hij wil nog tot zijn 65e in de luchtvaart blijven werken. Hoe kijkt hij tegen die wat vage functie aan?
„Als er niemand over terugtreden was begonnen, was ik graag als directeur tot m’n 65e doorgegaan, want ik ben met het vliegvirus opgegroeid (Wondolleck is ook privévlieger, HH). Maar ik heb er nu vrede mee. In de nieuwe functie ga ik tweeënhalve dag per week op projectbasis werken. Dat moet nog nader uitgewerkt worden, maar dat komt wel goed.”
Het afscheid van Rotterdam The Hague Airport zal wel even zwaar zijn, zegt de scheidend directeur. „Ik heb hier een fantastische tijd gehad met heel plezierige en zeer deskundige collega’s. Ook heb ik in mijn functie op de luchthaven veel bijzondere mensen ontmoet, waaronder de groten der aarde, zowel gekroond als ongekroond. Ik ben dankbaar dat ik mijn talenten hier zo lang heb kunnen gebruiken. De jaren zijn omgevlogen.”