De gewelddadigheden begonnen toen Gbagbo weigerde zich neer te leggen bij zijn verkiezingsnederlaag in 2010. De burgeroorlog zou in de periode tot april 2011 aan zeker 3000 mensen het leven hebben gekost. Behalve Gbagbo staat ook zijn 44-jarige medeverdachte Charles Blé Goudé terecht. Deze oud-minister en voormalige jeugdleider is eveneens beschuldigd van misdaden tegen de menselijkheid, waaronder moord en verkrachting.

Zowel Gbagbo als Blé Goudé ontkent de beschuldigingen. Gbagbo’s aanhangers stellen dat hij het slachtoffer is van een samenzwering tussen Frankrijk en de huidige president van Ivoorkust, Alassane Ouattara, die de verkiezingen won en aantrad na een militaire interventie door de voormalige koloniale macht. Die maakte tevens een einde aan de vier maanden durende burgeroorlog.

Ouattara, die vorig jaar is herkozen, wordt door zijn tegenstanders ervan beschuldigd het ICC te gebruiken om de oppositie de mond te snoeren. Gbagbo en Blé Goudé, ook bekend als ‘de generaal van de straat’, werden overgedragen aan ‘Den Haag’ nadat het ICC arrestatiebevelen tegen hen had uitgevaardigd.

Het ICC wilde ook Gbagbo’s vrouw berechten, maar die is door een rechtbank in Ivoorkust tot twintig jaar cel veroordeeld.