Zaak tegen makers film tegen Planned Parenthood
APELDOORN. Een Texaanse rechtbank heeft de Amerikaanse organisatie Planned Parenthood maandag vrijgesproken van wangedrag rond de verkoop van lichaamsdelen van foetussen. In plaats daarvan heeft de rechtbank de filmmakers achter de beschuldigingen aangeklaagd.
Prolifeorganisatie Center for Medical Progress (CMP) publiceerde vorig jaar filmbeelden waaruit zou blijken dat Planned Parenthood, de grootste abortusverstrekker in de VS, zich schuldig maakt aan de verkoop van lichaamsdelen van ongeboren kinderen. CMP had acteurs ingehuurd die zich voordeden als vertegenwoordigers van een biomedisch bedrijf en bij Planned Parenthood aanklopten voor de aankoop van lichaamsdelen.
De publicatie van de filmbeelden leidde in elf staten tot onderzoeken. In Washington stelden Congresleden bovendien vragen over de overheidssubsidies die Planned Parenthood ontvangt. De verkoop van lichaamsdelen van geaborteerde baby’s is in de Verenigde Staten bij wet verboden.
Planned Parenthood heeft de beschuldigingen altijd ontkend. De CMP zou de beelden zwaar heeft geredigeerd, met als doel de abortusorganisatie in discrediet te brengen. De organisatie gaf wel toe een kleine, administratieve, vergoeding te vragen voor de leverantie van de lichaamsdelen.
De Texaanse rechtbank heeft CMP-oprichter David Daleiden nu in staat van beschuldiging gesteld vanwege de aankoop van menselijke organen en en geknoei met officiële documenten. Mogelijk wordt hiermee gedoeld op het maken en gebruiken van valse papieren om de filmopnamen te kunnen maken.
Daleiden heeft in een reactie laten weten de rechtsgang te zullen respecteren. Hij geeft echter aan ervan overtuigd te zijn niet onwettig te hebben gehandeld en merkt op „dat er voor de aankoop van menselijke organen ook een verkoper nodig is.”
De Texaanse gouverneur, Greg Abbott, maakte gisteren intussen duidelijk dat de onderzoeken naar Planned Parenthood doorgaan. „De staat Texas zal zich blijven inzetten voor de bescherming van leven, en ik voor wetgeving die de verkoop van lichaamdelen van foetussen verbiedt.”
Elf staten begonnen naar aanleiding van de video’s van CMP onderzoeken naar de praktijken van Planned Parenthood. Acht van die staten hebben inmiddels aangegeven dat de organisatie niets onwettigs heeft gedaan.