600 jaar kerk in Hilversum
Zeshonderd jaar geleden kreeg Hilversum zijn eerste kerk. Nu zijn er meer dan dertig.
Het startschot voor de viering 600 jaar kerk in Hilversum werd zondag gegeven met een bijeenkomst in de Grote Kerk waarin zowel Gereformeerde Bondspredikant dr. W. H. Th. Moehn als de rooms-katholieke pastoor J. P. M. Dresmé, de protestantse ds. H. A. Weimar en de vrijgemaakt-gereformeerde ds. K. de Vries voorgingen. „Oecumene ten top”, concludeert ds. J. A. Zeilstra tevreden. In ‘zijn’ protestantse Regenboogkerk, op een steenworp afstand van de rooms-katholieke Sint-Vituskerk, vertellen hij en historicus P. Hoogenraad over de geschiedenis van het godsdienstig leven in het Gooise dorp en over het gebrek daaraan nu. „Ik denk dat Hilversum een van de meest geseculariseerde plaatsen van Nederland is, maar dat kan ik niet hard maken.”
Samen organiseren de twee ’s zomers fietstochten langs Hilversumse kerken. Ds. Zeilstra –voorzitter van de pastoreslunch van de Hilversumse Raad van Kerken, waar bijna veertig voorgangers elkaar ontmoeten– verzorgt het kerkhistorische gedeelte en Hoogenraad vertelt over de architectuur en de geschiedenis van de gebouwen. Hoogenraad, lachend: „We moeten het binnenkort eens andersom gaan doen.”
Ter gelegenheid van 600 jaar kerk in Hilversum is Hoogenraad, die zelf niet kerkelijk is, bezig met het boek ”600 jaar Hilversummers en hun kerken”. Het moet zo’n 250 bladzijden gaan tellen en wordt rijk geïllustreerd. „Het is bedoeld voor de doorsneelezer. En die lijkt er interesse in te hebben, getuige een boek over de Hilversumse middenstand.”
Bij wijze van onderzoek bezoekt Hoogenraad alle kerken in Hilversum. Van de gereformeerde gemeente tot de vrijzinnige protestantenbond, van de hervormde gemeente tot de soefigemeenschap – een beweging die gelieerd is aan de islam maar plaats biedt aan alle wereldgodsdiensten.
Behalve de grote lijnen in de kerkgeschiedenis van het dorp –over de komst van het christendom in het Gooi en over de diverse kerkscheuringen en -fusies–, tekent Hoogenraad persoonlijkere verhalen op. Zoals de geschiedenis van de vrijzinnige ds. G. J. van Duyl, die zijn vrouw wilde verlaten voor een jonge catechisante, waarna er een scheuring ontstond in de afdeling van de Nederlandse Protestantenbond in Hilversum. Al snel belegde ds. Duyl zijn eigen diensten voor bijna de helft van zijn oude gemeente. Later werd hij als vooraanstaand NSB’er beschuldigd van het beramen van een complot tegen NSB-leider Anton Mussert. Hoewel hij na de oorlog tot tien jaar cel veroordeeld werd, kwam hij begin jaren vijftig al vrij. Hij overleed een jaar na zijn vrijlating.
Schuilen en scheuren
Veel aandacht wil Hoogenraad ook besteden aan de rooms-katholieken in het dorp. Ze hebben hier, ook na de Reformatie, een belangrijk deel van de bevolking uitgemaakt en kwamen lange tijd in schuilkerken samen. „Ze werden gedoogd als ze maar genoeg geld betaalden.”
Aan kerkscheuring ontkwamen ook de rooms-katholieken niet. „De kerk van de oudkatholieken ontstond in 1723 onder invloed van het jansenisme. De pastoor hier koos voor deze ‘ketterij’, waarna de rooms-katholieke bisschop een nieuwe pastoor aanstelde. Die kwam echter niet de kerk in en moest, na veel gesteggel en na even zijn gelijk gekregen te hebben, een nieuwe schuilkerk zoeken.”
Maar ook de protestanten konden scheuren. Na de Afscheiding in 1834 ontstond er in het dorp in 1836 een afgescheiden gemeente. Deze was zo klein dat de koning haar niet wilde erkennen, stelt Hoogenraad in zijn boek. Hij vertelt daarbij dat deze gemeente op het hoogtepunt van de vervolgingen door de overheid haar kinderen zelfs ’s nachts doopte en in nachtelijke diensten of bij het ochtendgloren samenkwam.
Inmiddels zijn veel scheuren weer geheeld, concludeert de schrijver aan tafel in de Regenboogkerk. „De hervormden en de gereformeerden zijn samengegaan in de protestantse gemeente.” Ds. Zeilstra: „Ook de twee hervormde wijkgemeenten die hechten aan hun hervormde karakter vallen onder de paraplu van de protestantse gemeente Hilversum. Zij hebben wel hun eigen signatuur behouden.”
Hoogenraad: „Verder hebben de twee christelijke gereformeerde kerken en de gereformeerde kerk vrijgemaakt elkaar gevonden. Zij noemen zichzelf cgkv De Verbinding. Noem het een soort federatie. En dan heb je nog het samengaan van drie pinkstergemeenten. De kerken zoeken elkaar hier dus duidelijk op.”
Ze moeten ook wel, concluderen de mannen. Ds. Zeilstra: „We zijn dankbaar voor 600 jaar kerk in Hilversum, maar we zijn niet blind voor de negatieve ontwikkelingen in kerkelijke gemeenten. Het loopt vrijwel overal terug.”
Kwaliteit
Of er nog wat aan te doen valt? De predikant betwijfelt het. „Hét antwoord op de secularisatie heb ik niet, maar ik vind wel dat je als schoenmaker bij je leest moet blijven. Een kerkdienst met liedjes uit de top 2000, daar geloof ik niet in. Je moet kwaliteit leveren in je diensten, mensen onrustig maken, vragen meegeven.”
Een dogmatisch antwoord op de leegloop moet je als kerk niet geven, vindt hij. „De mens laat zich niet meer door dogma’s leiden tegenwoordig. Je moet geen kookboek voorlezen als mensen willen eten. Je moet samen gaan koken en eten.”
Het woord ”kwaliteit” ligt de voorganger op de lippen bestorven. Wat dat betekent? „Eerlijkheid. Geen propagandapraatje voor je eigen hachje. De kerk is een middel, geen doel. Als hier de kerk verdwijnt, hoop ik dat zij dienstbaar geweest is in de levens van mensen. Daarom zoek ik naar kwaliteit, naar het verrijken van mensenlevens zonder iets te verabsoluteren.”
Aardige mensen
Zijn rondje langs de verschillende kerken in Hilversum –„als je alle protestantse wijkgemeenten en de roomskatholieke parochies apart telt, zijn het er meer dan 30”– heeft Hoogenraad nog niet afgerond. Hij gaat morgen naar de joodse gemeente die deze week fuseert met de gemeente in Bussum. En hij wil nog een kijkje nemen bij de gereformeerde gemeente in zijn woonplaats. Eén ding heeft hij wel ontdekt, al lacht ds. Zeilstra erom. „Het zijn stuk voor stuk aardige en betrokken mensen.”
Bekende Hilversummers
Hilversum heeft verschillende predikanten gekend die landelijke bekendheid genoten. Zo woonde de gereformeerde ds. Okke Jager van 1965 tot 1973 in Hilversum. Hij diende er de gereformeerde kerk en verzorgde er radioprogramma’s vanuit de Hilversumse NCRV-studio.
Verder was dr. A. A. van Ruler er van 1940 tot 1947 voorganger in de hervormde Diependaalsekerk. Hij hield 25 jaar lang tweewekelijks een morgenwijding voor de AVRO-radio, omdat hij vond dat je als christen buiten je eigen zuil moest optreden.
Ook auteur en dichter Hans Bouma woonde een tijdlang in Hilversum. En PvdA-voorman Joop den Uyl groeide er op in een gereformeerd gezin.
Jubileumviering
Ter gelegenheid van de viering dat de bisschop van Utrecht 600 jaar geleden de kapel van Hilversum tot kerk verhief, werd zondag een bijeenkomst gehouden in de Grote Kerk in het centrum van het Gooise dorp.
Op 15 juni belegt de Raad van Kerken een zogenoemde korenavond in de rooms-katholieke Sint-Vituskerk – een bedehuis met een toren van 98,3 meter hoog en daarmee in hoogte de vierde kerktoren van Nederland. Verschillende (Hilversumse) koren treden die avond op.
Tijdens deze avond wordt het jubileumboek ”600 jaar Hilversummers en hun kerken” van Pieter Hoogenraad gepresenteerd.