Het gaat om de grootste sociale onrust sinds de opstand zo’n vijf jaar geleden, die de Arabische Lente inluidde. De avondklok van 20.00 tot 05.00 uur geldt voor het hele land, verklaarde het ministerie van Binnenlandse Zaken vrijdag.

De protesten begonnen afgelopen weekeinde in de westelijke provincie Kassérine, maar breidden zich de afgelopen dagen en vooral in de nacht van donderdag op vrijdag uit. In hoofdstad Tunis en steden als Jendouba en Bizerte vielen actievoerders politieposten aan. In Tunis werden winkels en twee banken geplunderd.

Massale demonstraties brachten in 2011 de machthebber Zine el Abidine Ben Ali ten val waarna ook in enkele andere Arabische landen heersers van hun troon werden gestoten. Tunesië bleef echter het enige land waar democratie werd ingevoerd. Maar Tunesië kampt ook met economische tegenspoed. Het land kent een werkloosheid van zo’n 15 procent en vooral jongeren zitten zonder werk.

Premier Habib Essid beloofde voor de Tunesische televisie „alles” te zullen doen om de crisis onder controle te krijgen. „Wij zijn ons bewust van de ernstige situatie”, zei hij.