„Vitaminegebrek hindert ontwikkeling”
Vitamine- en mineralentekorten tasten het denkvermogen van de bevolking in tientallen landen wereldwijd zozeer aan dat de economische vooruitzichten erdoor beïnvloed worden.
Dat staat in een woensdag vrijgegeven rapport van Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties.
Volgens Unicef moet het probleem dringend worden aangepakt, bijvoorbeeld door producten op de markt te brengen waaraan essentiële vitaminen en mineralen toegevoegd zijn. Zo zou sojasaus verrijkt kunnen worden met zink, bakolie of margarine met vitamine A en zout met ijzer. In westerse landen zijn dergelijke toevoegingen al gebruikelijk. Regeringen in veel ontwikkelingslanden beschikken echter niet over de middelen om dat procédé toe te passen.
Door een ijzertekort daalt het IQ van kinderen met vijf tot zeven punten, staat in het rapport. Een gebrek aan jodium doet het IQ met maar liefst gemiddeld dertien punten dalen. Ruim een kwart van de kinderen is vatbaarder voor ziektes wanneer zij niet genoeg vitamine A binnenkrijgen. Zwangere vrouwen met een tekort aan foliumzuur lopen een verhoogde kans te bevallen van een kind met een afwijking.
Op grote schaal hebben die problemen hun uitwerking op de economie van de landen die in het rapport beschreven staan. In de zwaarst getroffen landen daalt het bruto nationaal product bijvoorbeeld met 2 procent, onder andere doordat een gebrek aan ijzer de arbeidskracht verzwakt. Door een jodiumtekort is de intellectuele capaciteit in bijna alle onderzochte landen met 10 tot 15 procentpunten gedaald.
Volgens het rapport heeft bijna 40 procent van de bevolking in ontwikkelingslanden een ijzertekort, 15 procent een jodiumtekort en 40 procent een gebrek aan vitamine A. Voor het rapport is onderzoek gedaan in tachtig ontwikkelingslanden die samen 80 procent van de wereldbevolking uitmaken.