Hoe de Saudi’s voet aan de grond kregen in Nederland
Tientallen miljarden euro’s zijn er sinds de jaren zeventig vanuit met name Saudi-Arabië besteed aan maar één ding: de verspreiding van de zeer conservatieve vorm van islam zoals die gangbaar is in het koninkrijk. Over de hele wereld bestaan islamitische centra die gesponsord worden vanuit het Midden-Oosten. Ook in Nederland zijn Saudische connecties.
Keer op keer duiken de berichten op. De Utrechtse moskee al-Fitra krijgt geld vanuit Koeweit. Een Saudische stichting financierde een jeugdkamp in Zeeland waarvan de organisatie banden heeft met de moslimbroederschap. De Essalammoskee in Rotterdam, de grootste van het land, werd vanuit Dubai betaald.
De lijst zou moeiteloos uit te breiden zijn. In vele tientallen moskeeën en islamitische centra in Nederland zit geld uit het Midden-Oosten. De vraag is natuurlijk allereerst hoe erg dat is. De combinatie van liefdadigheid en missie is op zichzelf legitiem: ook veel westerse, christelijke hulporganisaties maken er voor hun werk in het buitenland volop gebruik van.
Maar regelmatig komt het geld uit dubieuze bron. Zo werd de Koeweitse organisatie die de moskee in Utrecht steunde, door de Amerikanen in verband gebracht met steun van al-Qaida. Daarnaast willen buitenlandse sponsors als wederdienst vaak macht en daarmee invloed, bijvoorbeeld via het bestuur van een moskeeorganisatie.
En sowieso wordt Saudisch geld in verband gebracht met de specifieke, zeer orthodoxe vorm van islam aldaar: het wahabisme. Dat lijkt sterk op het in Nederland wijdverbreide salafisme. Het wahabisme geldt als intolerant, omdat andere interpretaties van de islam, laat staan andere godsdiensten, niet zijn toegestaan in Saudi-Arabië. Kerken zijn er niet.
Intussen bouwt het land wél aan moskeeën in Nederland. Zeer orthodoxe vormen van islam –vooral salafistische– zijn meer dan ooit aanwezig in het Westen. „Dat komt doordat we Saudi-Arabië hier veel te makkelijk moskeeën laten bouwen”, zei ex-jihadist Dennis Honing vorig jaar in deze krant. Het is een veelgehoorde beschuldiging.
Frustratie
Maar welke moskeeën zijn dat dan en hoeveel geld is daar precies mee gemoeid? Dat is de grote frustratie van dit artikel: die vraag is onmogelijk te beantwoorden. Er is geen registratieplicht voor dat soort schenkingen. Er komt ook geen onderzoek naar, omdat dat veel te veel mankracht zou vergen van veiligheidsdienst AIVD – ook al wil de Tweede Kamer er graag meer over weten.
Regelmatig duiken schattingen op dat Saudi-Arabië zo’n 5 procent van het bruto binnenlands product zou besteden aan de wereldwijde zending. Dat zou neerkomen op het gigantische bedrag van een kleine 40 miljard dollar per jaar. Maar harde cijfers liggen niet aan die schatting ten grondslag, omdat de hele post zending niet eens voorkomt op de begroting van Saudi-Arabië.
Ook experts kunnen dus alleen maar gissen. „Als ik wist om hoeveel geld het precies ging, was ik nu een goed betaalde adviseur van de veiligheidsdiensten en van de Amerikaanse overheid”, lacht onderzoeker Paul Aarts van de Universiteit van Amsterdam. Hij is deskundige op het gebied van Saudi-Arabië en schreef meerdere boeken over het koninkrijk, waaronder ”Saoedi-Arabië. De revolutie die nog moet komen” (met Carolien Roelants; binnenkort komt er een herziene versie beschikbaar).
„Wat wij doen, is schattingen maken”, zegt Aarts. „Tientallen miljarden dollars voor zendingsactiviteiten in de afgelopen decennia, dat kun je wel vaststellen. Maar hoeveel precies? Saudi-Arabië is op dat gebied heel ontoegankelijk.”
Dat geldt ook voor de omliggende landen. Qatar, een steenrijk oliestaatje dat grenst aan Saudi-Arabië, is eveneens een bekend financier van de ultraorthodoxe islam in het Westen. En ook de naam van Koeweit duikt vaak op. „Veel geldstromen lopen via Koeweit, maar het lijkt me dat het land zelf een kleine speler is”, zegt Aarts.
En Qatar? „Qatar heeft een goedgevulde portefeuille voor dit soort dingen, maar het wahabisme in Qatar is toch een softere variant dan in Saudi-Arabië. Je zou kunnen zeggen dat Qatar het wahabisme van de zee exporteert. Dat is een naar buiten gericht wahabisme. Saudi-Arabië promoot het meer naar binnen gekeerde wahabisme van de woestijn. De naam van dat land duikt ook veel vaker op als het gaat om financiering van buitenlandse moskeeën.”
Olieprijzen
De verbreiding van de Saudische islam ligt vandaag onder vuur, maar is in feite al decennia aan de gang, vooral sinds de jaren zeventig. Toen gingen de olieprijzen fors omhoog en stroomde het geld het land binnen. „Vanaf dat moment zie je een grote expansie”, analyseert Aarts. „De overheid zelf, allerlei semionafhankelijke ngo’s, individuele geestelijken, rijke Saudi’s: via een heel conglomeraat wordt aan dezelfde doelstelling gewerkt: het verbreiden van de islam.”
En dan zijn er nog de zendelingen. Saudi-Arabië financiert niet alleen over de hele wereld de ultraorthodoxe islam, maar leidt ook mensen op die deze leer verder verbreiden. Dat zijn niet alleen Saudiërs, maar ook buitenlandse geestelijken die de afgelopen decennia op islamitische universiteiten in Saudi-Arabië zijn gevormd – met name op de in de jaren zestig opgerichte Islamitische Universiteit van Medina.
Met die universiteit biedt Saudi-Arabië welbewust een alternatief voor de bekendste leerschool van de soennitische islam: de Al-Azharuniversiteit in Caïro, die vanuit wahabitisch oogpunt bezien niet strikt genoeg is in de leer.
Overigens is ook het wahabisme in Saudi-Arabië niet eensluidend, weet Paul Aarts. „Ik ben er net geweest en die verschillen heb ik de afgelopen weken zelf ook weer opgemerkt. Je hebt ook milde varianten. Maar in het klassieke wahabisme is alles buiten die leer verboden. De conservatieve leiding bepleit deze straffe interpretatie. Dat betekent bijvoorbeeld dat er huisgehouden wordt onder islamitisch erfgoed, bijvoorbeeld in Mekka, omdat alleen Allah de eer toekomt. Zo is het huis van de moeder van de profeet Mohammed om die reden afgebroken. Op de plaats van cultuurhistorische gebouwen staan nu protserige zessterrenhotels.”
Onder vuur
Deze interpretatie van de islam, en de export ervan naar het Westen, is een van de redenen dat Saudi-Arabië de laatste maanden steeds meer onder vuur komt te liggen. Tel daar nog bij op dat de publieke opinie de Saudische aartsvijand Iran steeds beter gezind is en dat Saudi-Arabië een kwalijke rol speelt in de oorlog in Jemen, en het is duidelijk dat het land steeds verder in de verdediging wordt gedrongen. Eerder deze week vroegen D66 en SP om alle Nederlandse wapenleveranties aan Saudi-Arabië stop te zetten.
Toch is die omslag in de publieke opinie opmerkelijk. Saudi-Arabië heeft zijn beleid in feite nauwelijks gewijzigd: het was altijd al aartsconservatief en zendingsgericht. De Haagse politicus Arnoud van Doorn, uitgesproken vriend van Saudi-Arabië, spreekt dan ook van een „hetze tegen Saudi-Arabië.” Die hetze gaat maar door, signaleert hij, „totdat ze het daar zat zijn. En dat moment nadert snel. In Saudi-Arabië zeggen de mensen die ik spreek: Nederland heeft óns nodig, niet andersom.”
Tweede thuisland
Van Doorn, betrokken bij de islamitische Partij voor de Eenheid, bekeerde zich enkele jaren geleden tot de islam en is sindsdien een geziene gast in Saudi-Arabië. Hij noemt het „mijn tweede thuisland” en komt er meerdere keren per jaar – twee weken geleden nog. Op sociale media verdedigt hij het land te vuur en te zwaard.
Hij erkent dat veel moskeeën in het Westen, ook in Nederland, worden gesteund vanuit Saudi-Arabië. „Waarom niet? Ik heb daar geen problemen mee. In Amerika heb je ook enge evangelische clubjes die allerlei mensen in Europa steunen. De mensen in Saudi-Arabië hebben de financiële middelen ervoor. Als dat transparant gebeurt, zie ik geen probleem.”
Maar precies daar zit de crux: de transparantie ontbreekt in grote mate. Het onderzoeksbureau Rand deed vorig jaar in opdracht van de overheid een haalbaarheidsonderzoek naar buitenlandse financiering van moskeeën in Nederland, maar moest vaststellen dat daarover alleen maar kan worden gespeculeerd. „Er is weinig transparantie bij islamitische instellingen over de aard en omvang van deze betalingen”, stelt het eindrapport letterlijk.
Opscheppen
De ondoorzichtigheid die de geldstromen uit het Midden-Oosten kenmerkt, komt volgens Van Doorn voor een deel doordat donateurs anoniem willen blijven. „Dat heeft met de islamitische verplichting van de zakat te maken, de armenbelasting. Als je miljarden hebt en je geeft daar wat van weg, gaat het al snel over grote bedragen. Als dat bekend wordt, lijkt het alsof je aan het opscheppen bent.”
Ook Van Doorn wil, ondanks zijn pleidooi voor transparantie, geen namen en bedragen noemen. „Ik weet van Nederlandse projecten die financiële steun krijgen vanuit Saudi-Arabië, bijvoorbeeld voor islamitisch onderwijs en voor het opzetten van activiteiten voor jongeren, zoals huiswerkbegeleiding. Maar ik ga geen namen noemen, dat is niet netjes.”
Het lijkt waarschijnlijk dat Van Doorn zelf ook financieel gesteund wordt door zijn „tweede thuisland”, maar hij wil het niet bevestigen. Ontkennen doet hij het ook niet. „Ik krijg in elk geval morele steun en advies. Maar over financiële steun ga ik het niet hebben.”
De politicus zette onder meer de European Dawah Foundation op, die zich richt op de verbreiding van de islam door middel van onder meer activiteiten voor jongeren. Hij benadrukt dat zijn initiatieven bedoeld zijn om „bruggen te bouwen” naar de samenleving. Maar „natuurlijk is het ook de bedoeling een goed voorbeeld te geven van de islam. Jongeren die buiten de boot dreigen te vallen of de verkeerde kant op gaan, zouden juist een visitekaartje van de islam kunnen zijn.”
Dat de Saudiërs daarmee hun versie van de islam steeds breder verspreiden, „daar zie ik geen probleem in”, zegt Van Doorn. „Dat is de vrijheid die we hebben in West-Europa. Die vrijheid moeten we koesteren.”
Het zijn woorden die onbedoeld verklaren waarom veel mensen huiverig zijn voor verdere zendingsdrang van Saudi-Arabië. Want het is precies die vrijheid waar het land wel gebruik van maakt, maar die in Saudi-Arabië zelf ontbreekt.
Woensdag deel 2: de herkomst van de haat.
serie Het Midden-Oosten in de achtertuin
Conflicten in het Midden-Oosten zijn geen ver-van-ons-bedshow meer. Dezelfde denkbeelden die daar hele landen in brand zetten, leven ook hier. Een verkenning in drie delen. Vandaag deel 1: de export van het extremisme.
Deze clubs ontvangen oliedollars
Een deel van de financiering van islamitische organisaties verloopt via steenrijke particulieren uit de golfstaten. Daarnaast is er een aantal Saudische organisaties die officieel te boek staan als „niet-gouvernementeel”, maar die in feite nauwe banden onderhouden met de overheid. Voorbeelden daarvan zijn de Muslim World League, de World Assembly of Muslim Youth (WAMY) en de International Islamic Relief Organisation (IIRO). Van al deze instellingen is bekend dat ze vertakkingen hebben in Europa, en in sommige gevallen ook in Nederland (zie kaartje). In 2004 concludeerde de AIVD al dat deze organisaties naar buiten toe sterk humanitaire doelstellingen benadrukken, maar dat ze in feite primair gericht zijn „op het uitdragen van de salafistische islamopvatting.”
Saudi-Arabië en Islamitische Staat
Steunt Saudi-Arabië, naast allerlei zendingsinitiatieven wereldwijd, ook terreurorganisatie Islamitische Staat? Die vraag is niet zo vreemd: qua geloofsopvatting lijken IS en Saudi-Arabië veel op elkaar. Toch steunt het Saudische regime IS niet. De reden daarvoor is helder: IS ziet het koningshuis in Saudi-Arabië als ongelovig en wil het juist omverwerpen. Het is echter zeker niet uit te sluiten dat particulieren of organisaties vanuit Saudi-Arabië IS wel degelijk financieel of met wapens ondersteunen. In elk geval bestaat er in Saudi-Arabië sympathie voor het gedachtegoed van IS. Hoe breed dat wordt gedragen, is onbekend. Niemand komt met die sympathieën naar buiten, want wie openlijk trouw zweert aan de kalief van IS, kan in Saudi-Arabië op zware straffen rekenen. Kritiek op het koningshuis wordt er niet geduld.