Jonge joodse extremisten aangeklaagd
JERUZALEM (AP). Israël heeft zondag vier joodse extremisten van de Westelijke Jordaanoever aangeklaagd wegens lidmaatschap van een terroristische organisatie. Twee worden vervolgd in verband met de brandstichting in de woning van een Palestijns gezin in juli, twee anderen wegens ander geweld tegen Palestijnen.
Bij de woning in het dorpje Duma werd ’s nachts een brandbom naar binnen gegooid terwijl het gezin lag te slapen. Een jongetje van anderhalf jaar kwam om het leven, zijn vader en moeder bezweken later aan hun verwondingen. Alleen een jongen van 4 jaar overleefde de brand.
In de aanklacht wordt Amiram Ben-Uliel, een 21-jarige kolonist op de Westoever, als hoofdverdachte van de brandstichting aangeduid. Een andere verdachte, die minderjarig is en daarom niet bij naam genoemd wordt, wordt als medeplichtige beschouwd. Van ander geweld tegen Palestijnen worden de 20-jarige Yinon Reuveni en een tweede minderjarige verdachte beschuldigd.
Vooral de brandstichting heeft tot schokgolven in de Israëlische samenleving geleid. Premier Benjamin Netanyahu beloofde ‘zero tolerance’ en keurde maatregelen die doorgaans alleen tegen Palestijnse extremisten worden ingezet, zoals het voor langere tijd zonder aanklacht vasthouden van verdachten, goed om de zaak rond te krijgen.
Critici zeggen dat soortgelijke, zij het geen dodelijke, geweldplegingen al veel langer voorkomen, zonder dat de overheid daar tegen optreedt. Ook duurde het onderzoek maar voort, terwijl Palestijnen doorgaans veel sneller worden aangepakt onder een afzonderlijk systeem van militaire rechtspraak in bezet gebied.
Volgens de Israëlische veiligheidsdienst Shin Bet hebben de verdachten de brandaanslag in Duma bekend. Het zou een wraakoefening zijn geweest voor de moord op een joodse kolonist door een Palestijn een maand eerder. Alle verdachten behoren volgens Shin Bet tot een groep extremisten die jarenlang in een religieus geïnspireerde campagne geweld pleegde om de regering te ondermijnen en niet-joden angst in te boezemen. De ouders van Ben-Uliel geloven nog steeds in de onschuld van hun zoon en zeggen dat zijn bekentenis door marteling is verkregen.